Verschillen 2019 begroting na wijziging versus 2019 realisatie
|
|
Begroting na wijziging 2019
|
Realisatie 2019
|
Verschil
|
|
Onderverdeling taakvelden:
|
|
|
|
0.2
|
Burgerzaken
|
-720
|
-699
|
21
|
3.3
|
Bedrijfsloket,-regelingen (arbeidsmigr.)
|
-60
|
-28
|
32
|
3.4
|
Economische promotie (Gezondste regio)
|
-37
|
-46
|
-9
|
6.1
|
Samenkracht en burgerparticipatie
|
-3.702
|
-3.623
|
79
|
6.2
|
Wijkteams
|
-2.901
|
-2.908
|
-7
|
6.3
|
Inkomensregelingen
|
342
|
679
|
337
|
6.4
|
Begeleide participatie
|
-5.289
|
-5.120
|
169
|
6.5
|
Arbeidsparticipatie (Nieuwkomers)
|
-957
|
-914
|
43
|
6.6
|
Maatwerkvoorzieningen (Wmo)
|
-773
|
-654
|
119
|
6.71
|
Maatwerkdienstverlening 18+
|
-8.691
|
-8.471
|
220
|
6.72
|
Maatwerkdienstverlening 18-
|
-7.226
|
-7.665
|
-439
|
6.81
|
Geëscaleerde zorg 18+
|
-56
|
-57
|
-1
|
6.82
|
Geëscaleerde zorg 18-
|
-1.650
|
-1.527
|
123
|
7.1
|
Volksgezondheid
|
-1.649
|
-1.657
|
-8
|
|
Resultaat
|
-33.369
|
-32.690
|
679
|
een positief bedrag is een voordeel een negatief bedrag is een nadeel
|
Verschillen groter dan € 50.000 op taakveldniveau worden toegelicht.
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie € 79.000 voordeel
Vouchers € 38.000 voordeel
Er zijn minder voucheraanvragen ontvangen dan verwacht. Vouchers zijn bedoeld voor nieuwe maatschappelijke activiteiten die eenmalig zijn. 2019 is het derde jaar dat gewerkt is met de voucher systematiek en we zien dat het eenmalige karakter beperkend kan werken. In het kader van de totstandkoming van het nieuwe subsidiekader wordt het huidige vouchersysteem geëvalueerd en eventueel bijgesteld.
Jeugd en preventie € 30.000 voordeel
In 2019 is vooral ingezet op het ontwikkelen van preventie-beleid voor jeugd. Er is daardoor minder inzet gepleegd op het gericht inzetten van activiteiten. Verwachting is dat vanaf 2020 meer activiteiten worden ingezet onder uitvoering van de programmalijn Jong en lekker in je vel.
Exploitatie gemeenschapshuizen € 62.000 nadeel
De exploitatielasten en baten voor de gemeenschapshuizen zijn per saldo zijn in 2019 nagenoeg gelijk aan die van 2018. We zien nog steeds leegstand in onze accommodaties, waardoor huuropbrengsten achter lopen ten opzichte van de trend en daarmee de begroting. De komende jaren willen we meer sturen op verhuur, om leegstand te voorkomen. In onze accommodaties zijn veel sporthallen gecombineerd met gemeenschapshuizen. Hierdoor kunnen er verschuivingen plaatsvinden tussen de bezetting van gemeenschapshuizen en de sporthallen
Huisvesting statushouders € 41.000 voordeel
Het voordeel betreft enerzijds de huuropbrengsten die de gemeente ontvangt voor de verhuur van de aangekochte woningen en anderzijds een voordeel op de kapitaallasten.
Resterend € 32.000 voordeel
Dit voordeel is de optelsom van meerdere kleine voor- en nadelen binnen dit taakveld.
6.2 t/m 6.82 Sociaal domein € 564.000 voordeel
Het merendeel van de posten binnen de taakvelden 6.1 t/m 6.82 dient in samenhang met elkaar gezien te worden. Het voordelig saldo van 6.2 t/m 6.82 van in totaal € 564.000 wordt grotendeels veroorzaakt door de gedecentraliseerde overheidstaken sociaal domein. Het saldo van de decentralisatie taken sluit in 2019 namelijk met een voordeel ten opzichte van de begroting na wijziging van € 591.000. Het verschil van € 27.000 nadeel, wordt veroorzaakt door posten die wel binnen de taakvelden vallen maar die niet tot de decentralisatie behoren.
De meeste kosten die gemaakt worden binnen het sociaal domein zijn de kosten voor individuele ondersteuning aan inwoners. Dit kan in verschillende vormen en we onderscheiden 3 grote blokken. Participatie ( inkomensondersteuning en re-integratie), WMO (maatschappelijke ondersteuning voor volwassenen) en Jeugd.
We zien dat we in totaal aan de uitgaven-kant een positief resultaat hebben van € 550.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting. Dit voordeel is ontstaan door lagere uitgaven bij participatie € 553.000, WMO € 238.000 en uitvoering € 72.000. De kosten voor Jeugdhulp liggen ongeveer € 313.000 hoger dan begroot.
Participatie (inkomensondersteuning en re-integratie) € 553.000 voordeel
De lagere uitgaven bij participatie ten opzichte van de begroting van € 553.000 worden grotendeels veroorzaakt op de onderdelen BBZ € 160.000, minimabeleid € 215.000 en sociale werkvoorziening € 170.000.
Bijstand voor zelfstandigen (BBZ) € 160.000 voordeel
De geldende financieringssystematiek in 2019 binnen de BBZ-regeling (Besluit Bijstand Zelfstandigen) houdt in dat van iedere euro die de gemeente uitgeeft, 75% vergoed wordt door het rijk. Aan de andere kant moet van iedere euro die ontvangen wordt uit terugvordering of verhaal ook weer 75% afgedragen worden aan het rijk. In onze begroting wordt die verhouding van 75% consequent doorgevoerd. Het ramen van BBZ-uitgaven is echter lastig; bedrijfskapitalen die gedurende het jaar verstrekt worden kunnen immers in omvang variëren van € 2.000 tot € 200.000. Voor de te ramen inkomsten gaat eenzelfde verhaal op; afhankelijk van de behaalde bedrijfsresultaten kan een met BBZ-geld gesteunde zelfstandige wel of niet voldoen aan de overeengekomen aflossingsplicht. De realisatiecijfers 2019 laten een beeld zien waarbij minder BBZ-leningen verstrekt zijn dan begroot, maar er aan de andere kant meer ontvangen is uit terugvordering en verhaal. Samen veroorzaakt dit per saldo een voordeel ten opzichte van de begroting.
Minimabeleid € 215.000 voordeel
De lagere uitgaven bijzondere bijstand bedragen € 82.000 en worden deels veroorzaakt doordat er in het algemeen minder mensen een beroep hebben gedaan op bijzondere bijstand in 2019. Regelingen binnen de bijzondere bijstand zijn bedoeld voor inwoners met een laag inkomen. Vaak zijn dit inwoners die een bijstandsuitkering hebben en hun aantal is in 2019 flink gedaald. Daarnaast heeft het toepassen van de kostendelersnorm in 2019 geleid tot lagere uitgaven bijzondere bijstand. Bij de kostendelersnorm telt het aantal huisgenoten mee voor de hoogte van de bijstandsuitkering. Hoe meer volwassen personen in een huis wonen, hoe lager de uitkering of bijzondere bijstand. Woonkosten kunnen dan namelijk gedeeld worden. In 2019 zijn we in het kader van het project rechtmatigheid de kostendelersnorm ook voor bepaalde regelingen binnen de bijzondere bijstand gaan hanteren, bijvoorbeeld de inkomenstoeslag.
Het budget leenbijstand laat een voordeel zien ten opzichte van de raming van € 52.000. Bij de realisatie blijkt dat we de raming leenbijstand te voorzichtig hebben ingeschat.
Sinds 2018 ontvangen we in het kader van armoede en schuldenbeleid extra middelen van het rijk voor kinderen in armoede en schuldhulpverlening. Deze extra middelen zijn ingezet om aanvullend aan het bestaande minimabeleid mogelijkheden voor kinderen te creëren om deel te nemen aan sport, culturele activiteiten, sociale netwerken én om te voorkomen dat mensen in de schulden terecht komen. Ultimo 2019 resteert er € 67.000 van het budget. Dit restant willen we inzetten om het implementatietraject van de nieuwe plannen en de uitvoering verder af te ronden. In 2020 zal extra capaciteit op schuldhulpverlening worden ingezet om achterstanden weg te werken die in de overgang zijn ontstaan en de harmonisatie van de minimaregelingen te formaliseren. Via een verzoek tot budgetoverheveling zal dit aan de raad worden voorgelegd.
Sociale werkvoorziening € 170.000 voordeel
De NLW-groep heeft in 2019 de betaalde transitiekostenvergoeding over de periode 2012 tot en met 2019 afgerekend met de deelnemende gemeenten. In onze begroting 2019 was rekening gehouden met een verschuldigde bijdrage in de transitiekosten voor het transitieplan NLW in 2019. Bij de afrekening is gebleken dat we een bedrag zouden terugontvangen. Dit leidt tot een voordeel in onze jaarrekening van € 160.000.
Daarnaast zijn de kapitaallasten op deze post € 10.000 lager dan voorzien omdat er op grond van de verslaggevingsvoorschriften een nacalculatie heeft plaatsgevonden voor het rentepercentage voor rentetoerekening. Het percentage hebben we hierdoor moeten verlagen van 1,5% naar 1%.
WMO (maatschappelijke ondersteuning voor volwassenen) € 279.000 voordeel
Dit voordeel is het resultaat van € 238.000 minder kosten en € 41.000 meer eigen bijdrage. Ten opzichte van jaarrekening 2018 zien we echter een grote stijging van kosten (ruim € 700.000 ). Dit wordt veroorzaakt door een tariefstijging o.a. door vaststelling van een nieuwe CAO, de invoering van het abonnementstarief en daardoor een groter gebruik van huishoudelijke hulp. Daarnaast gelden voor de WMO ook stijgende kosten, door de vergrijzing, langer thuis wonen. Deze factoren werken door en hebben ook een relatief klein onderdeel in het resultaat van 2019.
Uitvoering € 72.000 voordeel
Dit voordeel heeft betrekking op de afrekening van onze bijdrage voor bedrijfsvoering aan de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling (MGR) Sociaal Domein. Zowel de afrekening 2018 van € 56.000 als ook die van 2019 ca. € 12.000 zijn ten gunste van dit budget geboekt in 2019.
Jeugd € 313.000 nadeel
We hebben bij de 2e bijstelling onvoldoende voorzien dat er voor Behandeling met GGZ over de 1e helft van 2019 nog facturen betaald zijn. Wel zijn er in 2019 meer jeugdigen geholpen en zijn de totale uitgaven licht gedaald. We zien ook de gemiddelde kosten per jeugdige afnemen ten opzichte van 2018. Ook is er een trendbreuk dat de uitgaven aan jeugdhulp een daling laat zien in 2019. Dit ondanks een toename van het aantal cliënten en een indexering van de tarieven medio juli.