Uitgaven

40,72%
€ 47.364
x €1.000
40,72% Complete

Inkomsten

12,49%
€ 14.675
x €1.000
12,49% Complete

Saldo

2805,92%
€ -32.689
x €1.000

4. Sociaal Maatschappelijk, Participatie en voorzieningen

Uitgaven

40,72%
€ 47.364
x €1.000
40,72% Complete

Inkomsten

12,49%
€ 14.675
x €1.000
12,49% Complete

Saldo

2805,92%
€ -32.689
x €1.000

4. Sociaal Maatschappelijk, Participatie en voorzieningen

Terug naar navigatie - 4. Sociaal Maatschappelijk, Participatie en voorzieningen

ALGEMEEN

Als we kijken naar 2019 vanuit het Sociaal Domein, dan heeft het jaar twee gezichten laten zien.

In de eerste helft van het jaar zagen we dat de verwachtingen over de verder toenemende zorgkosten, bewaarheid werden. Zo zorgde de introductie van een abonnementstarief voor WMO,  daadwerkelijk voor een toename in de vraag voor met name hulp in de huishouding en dus een stijging in de kosten.  Verder zagen we  dankzij onze businessintelligence-tool ‘Power BI’ een stijging van de zorgkosten per cliënt als gevolg van toegenomen zorgzwaarte, gelijk aan de landelijke tendens. De gevolgen hiervan waren dermate, dat we de begroting fors hebben moeten bijstellen.

Medio 2019 zijn we ook begonnen met ons aanvalsplan…het Actieplan Sociaal Domein, onze invulling van hoe wij als Horst aan de Maas tegen de transformatie van het sociaal domein aankijken. Door concrete acties en maatregelen op te pakken, hebben we invulling gegeven aan de noodzaak om de kostenstijgingen een halt toe te roepen. Sterker nog, onze inzet is er op gericht om de komende jaren meer dan een half miljoen euro te besparen. Niet door zo maar te bezuinigingen, maar door juist door zaken slimmer, anders of op nieuwe manieren te organiseren. Daarbij kijken we o.a. naar hoe we onze toegang tot zorg hebben ingericht, of de kaders en uitgangspunten waarmee we in 2015 van start zijn gegaan nog actueel en van toepassing zijn. Maar kijken we ook naar de regionale aanbesteding en inkoop van zorg en zijn we alert op de ‘best practices’ om ons heen. De eerste resultaten zijn inmiddels zichtbaar, maar we zijn er nog niet. Het ‘transformeren’ is een dynamisch en continu proces. Concrete acties geven concrete resultaten. Maar de mate waarin we innovatief, assertief en met lef de uitdagingen in het Sociaal Domein (van WMO, Jeugdzorg tot Participatie) tegemoet treden, bepaald uiteindelijk hoe bestendig en robuust deze oplossingen en resultaten gaan zijn.

Vanuit zicht op onze cijfers, krijgen we inzicht in de kosten, komen we tot analyses en gaan we over tot acties en maatregelen. Dat we dit kunnen, komt doordat onze ‘Power BI’ steeds meer gevuld wordt met ervaringsgegevens. Hierdoor worden de verwachtingen steeds nauwkeuriger en gaan we steeds beter trends en ontwikkelingen herkennen. Dit heeft er o.a. in geresulteerd dat de begroting in de 2e bijstelling 2019 w.b. de zorgkosten, naar beneden is bijgesteld.

Als we kijken naar de kostenontwikkeling van 2019 op het totaal van het Sociaal Domein (WMO, Jeugd en Participatie) in relatie tot 2018, realiseren we een kostendaling van zo’n 145.000 euro. Dit ondanks de negatieve financiële effecten als gevolg van de invoering van het abonnements-tarief voor de WMO, CAO stijgingen, indexering van tarieven en de algemene ontwikkeling van de vergrijzing van onze samenleving.

Het was ook een goed jaar als we kijken naar de inwoners van Horst aan de Maas die we duurzaam aan het werk hebben gekregen. De ambitie zoals uitgesproken in het coalitieakkoord van 10% lagere uitkeringslast in 2022, hebben we in 2019 al weten te realiseren. Dat hebben gedaan door te blijven investeren in onze kennis op het gebied van de lokale arbeidsmarkt, onze relatie met werkgevers en het (in)zicht op ons uitkeringenbestand om op die manier de juiste match te maken tussen vraag en aanbod van werk. Ondanks dat we op het laagste aantal uitkeringen in jaren staan, blijft het in onze arbeidsmarktregio een uitdaging om de juiste mensen te vinden en ze vervolgens op de juiste plekken te krijgen.

In 2019 is het beleid vast gesteld voor de short en longstay van arbeidsmigranten. Bij de uitvoering van dit beleid zien we een aantal uitdagingen (zowel qua huisvesting als sociaal-maatschappelijk) waarbij we nadrukkelijk de verbinding hebben gelegd met onze verantwoordelijkheid voor nieuwkomers. De nieuwe Wet Inburgering die per 2021 van kracht gaat zijn, biedt kansen om tot synergievoordelen te komen. Waar mogelijk doen we dit met de regio, waar nodig pakken we zelf de handschoen op.

Onder dit programma vallen de volgende beleidsvelden:

4.1 Zorg
4.2 Werk en inkomen
4.3 Arbeidsmigranten
4.4 Nieuwkomers
4.5 Gezondste regio 2025
4.6 Inwonerparticipatie en Inwonerinitiatieven
4.7 Burgerzaken

4.1 Zorg

Dit hebben we bereikt!

Terug naar navigatie - Dit hebben we bereikt!

Er is een toegankelijk vangnet voor al onze inwoners als de ondersteuningsbehoefte de eigen kracht en die van het netwerk en de gemeenschap overstijgt.

Terug naar navigatie - Er is een toegankelijk vangnet voor al onze inwoners als de ondersteuningsbehoefte de eigen kracht en die van het netwerk en de gemeenschap overstijgt.

Omschrijving Kritieke Prestatie-Indicator (KPI) Gerealiseerd
De gemiddelde kosten per jongere inwoner (tot en met 18 jaar) nemen af met 3%. nee
Het gemiddelde cijfer voor de ontvangen hulp/ondersteuning van de gezinscoach bij de jeugdhulp is een 8. ja
Het gemiddelde cijfer voor de ontvangen zorg/ondersteuning bij de WMO is een 8. ja
De gemiddelde zorgkosten per inwoner blijven gelijk aan het niveau van 2017 nee

 

We hebben een toegankelijk vangnet voor inwoners die ondersteuning nodig hebben. Toegang verloopt via de gemeente en bij jeugdhulp ook via andere verwijzers zoals de huisarts, jeugdarts, gecertificeerde instelling en medisch specialist. In het vraagverhelderingsgesprek kijken we samen met de inwoner welke ondersteuningsvraag er is en welke ondersteuning daarbij passend is. Het kan dan zowel gaan om eigen kracht en hulp vanuit het netwerk van de inwoner als om professionele ondersteuning (maatwerkvoorziening). Via ons monitoringssysteem hebben we goed zicht op de inzet van de maatwerkvoorzieningen, zowel in aantallen als in kosten. In 2019 is het cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugd verschenen (over 2018). Daaruit blijkt dat de ontvangen hulp/ondersteuning door inwoners gewaardeerd wordt met respectievelijk 8,2 (Wmo) en 8,0 (Jeugd). Het cliëntervaringsonderzoek over 2019 volgt in de loop van 2020.

G

Zo hebben we dat gedaan!

Horst aan de Maas is een krachtige gemeenschap waarin onze inwoners zelfredzaam zijn en meebouwen aan de huidige en de toekomstige vitale gemeenschap.

Terug naar navigatie - Horst aan de Maas is een krachtige gemeenschap waarin onze inwoners zelfredzaam zijn en meebouwen aan de huidige en de toekomstige vitale gemeenschap.

Ook in het jaar 2019 is er sprake van een stijgend aantal inwonersinitiatieven als het gaat om de leefbaarheid en het zorgen voor elkaar in de eigen gemeenschap in onze gemeente.

Enkele voorbeelden uit het jaar 2019 zijn:

  • In verschillende dorpen zijn inwoners met ondersteuning van een werkgroep aan de slag gegaan om de bewustwording en kennis over, en ondersteuning bij dementie binnen de eigen omgeving te vergroten.
  • In de Norbertuswijk in Horst is een netwerk van straatcontactfunctionarissen opgezet. Zij werken nauw samen met het gebiedsteam van de gemeente. 
  • In september is het Steun- en Adviespunt (STAP) officieel gestart. Hier kunnen inwoners die advies of ondersteuning nodig hebben terecht met een vraag over wonen, administratie, zorg en welzijn. Het STAP wordt volledig gerund door vrijwilligers.
  • In America zijn verkennende gesprekken gevoerd over het doorontwikkelen en uitbreiden van zorg en ondersteuning. Hierbij is veel aandacht voor het inzetten van het informele netwerk van vrijwilligers en voorliggende voorzieningen.

In 2019 kwamen ook twee aandachtspunten nadrukkelijk naar voren:

  • Een stijgend aantal inwonersinitiatieven werkt met gemeentelijke exploitatiesubsidies. Het budget in 2019 is daardoor licht overschreden. Deze ontwikkeling geeft aan dat dit de komende jaren toe meer gemeentelijk subsidiebudget gaat vragen.
  • Het thema wonen en zorg komt steeds vaker terug bij inwonersinitiatieven en leefbaarheid .
  • We stellen ons de vraag hoe deze inwonersinitiatieven het effect van hun initiatieven kunnen meten om op een eigentijdse manier verantwoording af te leggen aan de eigen gemeenschap en naar de gemeente.
O

Zo hebben we dat gedaan!

4.2 Werk en inkomen

Dit hebben we bereikt!

Terug naar navigatie - Dit hebben we bereikt!

Onze inwoners participeren in de samenleving naar vermogen en behoefte

Terug naar navigatie - Onze inwoners participeren in de samenleving naar vermogen en behoefte

Omschrijving Kritieke Prestatie-Indicator (KPI) Gerealiseerd
De uitkeringslast is in 2022 met 10% gedaald ten opzichte van het jaar 2017 ja

 

In 2019 zijn goede resultaten bereikt: we hebben mensen aan werk geholpen en mensen met een bijstandsuitkering geholpen in hun ontwikkeling. Het aantal verstrekte uitkeringen nam in 2019 sterk af. Het deelresultaat is dat inwoners minder afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering. Dit komt enerzijds door een verbetering in het aanvraagproces. Daarnaast hebben we geïnvesteerd in kennis op het gebied van de arbeidsmarkt en goede relaties met werkgevers. Daarmee konden we onze inwoners ondersteunen naar een passende werkplek.

Naast uitstroom naar werk hebben we ingezet op de ontwikkeling van inwoners. Er zijn daardoor meer inwoners actief geworden. Samen met onze partners konden inwoners op een werkervaringsplek ontdekken en groeien, binnen hun eigen mogelijkheden. Deze activiteiten hebben ons laten inzien dat investeren in zowel doelmatigheid als rechtmatigheid inwoners doet ontwikkelen.

Ook hebben we te maken met een aantal externe factoren. Onze arbeidsmarktregio wordt geconfronteerd met flexibilisering, technologische ontwikkelingen en vergrijzing. Daardoor blijft er spanning op de arbeidsmarkt. Het is dus van belang naar creatieve oplossingen te zoeken. We weten uit ervaring dat we dit als gemeente niet alleen kunnen. Door intensieve samenwerking met gemeenten en ondernemers in de regio komen er kansen om inwoners met een financiële hulpvraag te ondersteunen. Zij zijn daardoor beter in staat mee te doen in onze samenleving. Vorig jaar hebben we daarvoor de basis gelegd.

G

Zo hebben we dat gedaan!

4.3 Arbeidsmigranten

Dit hebben we bereikt!

Terug naar navigatie - Dit hebben we bereikt!

De huisvesting van arbeidsmigranten is adequaat en lokaal gedragen waarbij de economische en sociale belangen in balans zijn

Terug naar navigatie - De huisvesting van arbeidsmigranten is adequaat en lokaal gedragen waarbij de economische en sociale belangen in balans zijn

 

Omschrijving Kritieke Prestatie-Indicator (KPI) Gerealiseerd
In 2019 is het nieuwe beleid  voor de huisvesting van arbeidsmigranten vastgesteld. Ja
In 2022 vindt huisvesting van arbeidsmigranten plaats binnen het vastgestelde beleid. Nee

 

Het nieuwe beleid voor de huisvesting van arbeidsmigranten (zowel short stay als long stay) is door de gemeenteraad vastgesteld.

G

Zo hebben we dat gedaan!

4.4 Nieuwkomers

Dit hebben we bereikt!

Terug naar navigatie - Dit hebben we bereikt!

Nieuwkomers hebben gelijkwaardige kansen voor maximale participatie in Horst aan de Maas

Terug naar navigatie - Nieuwkomers hebben gelijkwaardige kansen voor maximale participatie in Horst aan de Maas

Omschrijving Kritieke Prestatie-Indicator (KPI) Gerealiseerd
We voldoen aan de landelijke opgave voor de volkshuisvestelijke taak voor statushouders. Ja

 

We hebben de taak om jaarlijks conform een opgelegde taakstelling van het rijk, statushouders te huisvesten. In samenwerking met Wonen Limburg en Vluchtelingenwerk zorgen we ervoor dat dit op een adequate wijze gebeurt. Deze taak hebben we in 2019 voldaan. 

Daarnaast hebben we via de inzet van maatschappelijke begeleiding en het programma Start met Participeren ervoor gezorgd dat  statushouders die zich in onze gemeente vestigen, zo snel mogelijk integreren door kennis te maken met onze cultuur, contact op te bouwen in de woonomgeving  en door te starten met taalles. De mogelijkheden om te werken worden zo snel mogelijk onderzocht. Waar mogelijk hebben we ons voorbereid op de nieuwe wet inburgering. De daadwerkelijke inwerkingtreding is echter uitgesteld tot 2021. 

G

Zo hebben we dat gedaan!

4.5 Gezondste regio 2025

Dit hebben we bereikt!

Terug naar navigatie - Dit hebben we bereikt!

In 2025 behoort de gemeente Horst aan de Maas tot Gezondste Regio van Nederland.

Terug naar navigatie - In 2025 behoort de gemeente Horst aan de Maas tot Gezondste Regio van Nederland.

Omschrijving Kritieke Prestatie-Indicator (KPI) Gerealiseerd
Het percentage jongeren, volwassenen en ouderen dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen, is gestegen. nee

 

De doelstelling is behaald als het percentage voor jongeren van 20% en voor volwassenen van 64,5 % hoger is dan deze percentages. Dit betreft alleen de beweegnorm. Gezondheid is breder dan alleen bewegen. Begin 2019 is het kader positieve gezondheid vastgesteld, wat een breder kader aangeeft.

Als gemeente proberen we vanuit steeds meer beleidsterreinen de verbinding te leggen en een bijdrage te leveren aan de GR2025. Dat wil zeggen dat we kijken naar de kansen die er op dat (beleids)terrein liggen om een bijdrage te leveren aan de gezondheid in de breedste zin van het woord.  In 2019 was het nog zoeken hoe we als gemeente maximaal konden bijdragen aan de beweging GR 2025. 

G

Zo hebben we dat gedaan!

4.6 Inwonerparticipatie en Inwonerinitiatieven

Dit hebben we bereikt!

Terug naar navigatie - Dit hebben we bereikt!

Horst aan de Maas is een krachtige gemeenschap waarin onze inwoners zelfredzaam zijn en meebouwen aan de huidige én de toekomstige vitale gemeenschap.

Terug naar navigatie - Horst aan de Maas is een krachtige gemeenschap waarin onze inwoners zelfredzaam zijn en meebouwen aan de huidige én de toekomstige vitale gemeenschap.

Deze doelstelling is gericht op de samenwerking tussen inwoners onderling en indien nodig met de gemeente c.q. andere organisaties.  Ook in 2019 hebben we kunnen  constateren dat inwoners meer en meer de handen uit de mouwen steken en allerlei activiteiten opzetten  ter verbetering van de leefbaarheid in hun straat, wijk of dorp.  Als gemeente willen we inwoners ook graag laten meepraten en meebeslissen over beleid en /of de vormgeving van hun leefomgeving. Dit betekent een verschuiving in rollen en verantwoordelijkheden van gemeente, inclusief raad  en inwoners.   We praten over loslaten of beter nog anders vasthouden. We hebben een gemeenschap met veel actieve inwoners.  Het proces van inwonersparticipatie is goed op weg, maar is ook nog steeds  in ontwikkeling. 

O

Zo hebben we dat gedaan!

4.7 Burgerzaken

Dit hebben we bereikt!

Terug naar navigatie - Dit hebben we bereikt!

We zijn een deskundige en betrouwbare publieke dienstverlener

Terug naar navigatie - We zijn een deskundige en betrouwbare publieke dienstverlener

Omschrijving Kritieke Prestatie-Indicator (KPI) Gerealiseerd
Dienstverlening wordt uitgevoerd binnen de  visie op dienstverlening en de vastgestelde servicenormen. Nee

 

In 2019 heeft team KCC/Burgerzaken een sterke ontwikkeling doorgemaakt op het gebied van kwaliteit. We zijn geslaagd voor de diverse audits en zelfevaluaties. De monitoring van onze dienstverlening is nog voor verbetering vatbaar. We hebben een start gemaakt met het vervangen van een aantal systemen, o.a. een nieuw telefonieplatform. Dat geeft ons relevante monitoringinformatie waarop we onze dienstverlening kunnen toetsen en sturen. In het eerste kwartaal van 2019 hebben we succesvol ’werken op afspraak’" ingevoerd. De wachttijden aan de balie zijn aanzienlijk verkort en klanten kunnen binnen vijf dagen terecht voor een afspraak. In specifieke gevallen helpen we onze klanten direct. Ook zijn we begonnen met het LEAN- traject. Daarbij is al winst geboekt voor een efficiëntere bedrijfsvoering. Ook de kwaliteit van onze dienstverlening is hierdoor verbeterd. De samenwerking met Venray heeft zich beperkt tot een bijdrage aan een businesscase en het gezamenlijk inkopen van opleidingen. We verwachten in 2020 meer uit de samenwerking te kunnen halen.

O

Zo hebben we dat gedaan!

Beleidsindicatoren

Terug naar navigatie - Beleidsindicatoren

Beleidsindicatoren programma 4

2017

2018

2019

 Banen per 1.000 inwoners in de leeftijd 15 t/m 74 jaar 

574,40

578,70

N.n.b.

 Kinderen tot 18 jaar in een uitkeringsgezin 

N.n.b.

N.n.b.

N.n.b.

 Werkzame beroepsbevolking ten opzichte van de beroepsbevolking 

71,80%

71,50%

N.n.b.

 Personen met een bijstandsuitkering per 1.000 inwoners 

16,0

14,9

N.n.b.

 Jongeren tot 18 jaar met jeugdhulp 

9,60%

9,30%

N.n.b.

 Jongeren tot 18 jaar met jeugdbescherming 

1,10%

1,20%

N.n.b.

 Jongeren van 12 tot 22 jaar met jeugdreclassering 

0,40%

0,35%

N.n.b.

 Wmo-cliënten met een maatwerkarrangement per 1.000 inwoners 

47

50

N.n.b.

Wat heeft het gekost?

Terug naar navigatie - Wat heeft het gekost?
Bedragen x €1.000
Exploitatie 2019 raming 2019 raming na wijziging 2019 werkelijk
Lasten -40.424 -45.779 -42.550
Baten 9.287 12.046 10.848
Gerealiseerd saldo van baten en lasten -31.137 -33.733 -31.702
Onttrekkingen 450 5.754 3.827
Stortingen -390 -5.390 -4.814
Mutaties reserves 60 364 -987

Analyse verschillen

Terug naar navigatie - Analyse verschillen

Verschillen 2019 begroting na wijziging versus 2019 realisatie

 

Begroting
na wijziging 2019

Realisatie
2019

Verschil

 

Onderverdeling taakvelden:

 

 

 

0.2

Burgerzaken

-720

-699

21

3.3

Bedrijfsloket,-regelingen (arbeidsmigr.)

-60

-28

32

3.4

Economische promotie (Gezondste regio)

-37

-46

-9

6.1

Samenkracht en burgerparticipatie

-3.702

-3.623

79

6.2

Wijkteams

-2.901

-2.908

-7

6.3

Inkomensregelingen

342

679

337

6.4

Begeleide participatie

-5.289

-5.120

169

6.5

Arbeidsparticipatie (Nieuwkomers)

-957

-914

43

6.6

Maatwerkvoorzieningen (Wmo)

-773

-654

119

6.71

Maatwerkdienstverlening 18+

-8.691

-8.471

220

6.72

Maatwerkdienstverlening 18-

-7.226

-7.665

-439

6.81

Geëscaleerde zorg 18+

-56

-57

-1

6.82

Geëscaleerde zorg 18-

-1.650

-1.527

123

7.1

Volksgezondheid

-1.649

-1.657

-8

 

Resultaat

-33.369

-32.690

679

een positief bedrag is een voordeel 
een negatief bedrag is een nadeel

Verschillen groter dan € 50.000 op taakveldniveau worden toegelicht.

 

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie € 79.000 voordeel

Vouchers € 38.000 voordeel
Er zijn minder voucheraanvragen ontvangen dan verwacht. Vouchers zijn bedoeld voor nieuwe maatschappelijke activiteiten die eenmalig zijn. 2019 is het derde jaar dat gewerkt is met de voucher systematiek en we zien dat het eenmalige karakter beperkend kan werken. In het kader van de totstandkoming van het nieuwe subsidiekader wordt het huidige vouchersysteem geëvalueerd en eventueel bijgesteld.

 Jeugd en preventie € 30.000 voordeel
In 2019 is vooral ingezet op het ontwikkelen van preventie-beleid voor jeugd. Er is daardoor minder inzet gepleegd op het gericht inzetten van activiteiten. Verwachting is dat vanaf 2020 meer activiteiten worden ingezet onder uitvoering van de programmalijn Jong en lekker in je vel.

Exploitatie gemeenschapshuizen € 62.000 nadeel
De exploitatielasten en baten voor de gemeenschapshuizen zijn per saldo zijn in 2019 nagenoeg gelijk aan die van 2018. We zien nog steeds leegstand in onze accommodaties, waardoor huuropbrengsten achter lopen ten opzichte van de trend en daarmee de begroting. De komende jaren willen we meer sturen op verhuur, om leegstand te voorkomen. In onze accommodaties zijn veel sporthallen gecombineerd met gemeenschapshuizen. Hierdoor kunnen er verschuivingen plaatsvinden tussen de bezetting van gemeenschapshuizen en de sporthallen

Huisvesting statushouders € 41.000 voordeel
Het voordeel betreft enerzijds de huuropbrengsten die de gemeente ontvangt voor de verhuur van de aangekochte woningen en anderzijds een voordeel op de kapitaallasten.

Resterend € 32.000 voordeel
Dit voordeel is de optelsom van meerdere kleine voor- en nadelen binnen dit taakveld.

 

6.2 t/m 6.82 Sociaal domein € 564.000 voordeel

Het merendeel van de posten binnen de taakvelden 6.1 t/m 6.82 dient in samenhang met elkaar gezien te worden. Het voordelig saldo van 6.2 t/m 6.82 van in totaal € 564.000 wordt grotendeels veroorzaakt door de gedecentraliseerde overheidstaken sociaal domein. Het saldo van de decentralisatie taken sluit in 2019 namelijk met een voordeel ten opzichte van de begroting na wijziging van € 591.000. Het verschil van € 27.000 nadeel, wordt veroorzaakt door posten die wel binnen de taakvelden vallen maar die niet tot de decentralisatie behoren.

De meeste kosten die gemaakt worden binnen het sociaal domein zijn de kosten voor individuele ondersteuning aan inwoners. Dit kan in verschillende vormen en we onderscheiden 3 grote blokken. Participatie ( inkomensondersteuning en re-integratie), WMO (maatschappelijke ondersteuning voor volwassenen) en Jeugd.

We zien dat we in totaal aan de uitgaven-kant  een positief resultaat hebben van € 550.000 ten opzichte van de bijgestelde begroting. Dit voordeel is ontstaan door lagere uitgaven bij participatie € 553.000, WMO € 238.000 en uitvoering € 72.000. De kosten voor Jeugdhulp liggen ongeveer € 313.000 hoger dan begroot.

 

Participatie (inkomensondersteuning en re-integratie) € 553.000 voordeel

De lagere uitgaven bij participatie ten opzichte van de begroting van € 553.000 worden grotendeels veroorzaakt op de onderdelen BBZ € 160.000, minimabeleid € 215.000 en sociale werkvoorziening € 170.000.

Bijstand voor zelfstandigen (BBZ) € 160.000 voordeel
De geldende financieringssystematiek in 2019 binnen de BBZ-regeling (Besluit Bijstand Zelfstandigen) houdt in dat van iedere euro die de gemeente uitgeeft, 75% vergoed wordt door het rijk. Aan de andere kant moet van iedere euro die ontvangen wordt uit terugvordering of verhaal ook weer 75% afgedragen worden aan het rijk. In onze begroting wordt die verhouding van 75% consequent doorgevoerd. Het ramen van BBZ-uitgaven is echter lastig; bedrijfskapitalen die gedurende het jaar verstrekt worden kunnen immers in omvang variëren van € 2.000 tot € 200.000. Voor de te ramen inkomsten gaat eenzelfde verhaal op; afhankelijk van de behaalde bedrijfsresultaten kan een met BBZ-geld gesteunde zelfstandige wel of niet voldoen aan de overeengekomen aflossingsplicht. De realisatiecijfers 2019 laten een beeld zien waarbij minder BBZ-leningen verstrekt zijn dan begroot, maar er aan de andere kant meer ontvangen is uit terugvordering en verhaal. Samen veroorzaakt dit per saldo een voordeel ten opzichte van de begroting.

Minimabeleid € 215.000 voordeel
De lagere uitgaven bijzondere bijstand bedragen € 82.000 en worden deels veroorzaakt doordat er in het algemeen minder mensen een beroep hebben gedaan op bijzondere bijstand in 2019. Regelingen binnen de bijzondere bijstand zijn bedoeld voor inwoners met een laag inkomen. Vaak zijn dit inwoners die een bijstandsuitkering hebben en hun aantal is in 2019 flink gedaald. Daarnaast heeft het toepassen van de kostendelersnorm in 2019 geleid tot lagere uitgaven bijzondere bijstand. Bij de kostendelersnorm telt het aantal huisgenoten mee voor de hoogte van de bijstandsuitkering. Hoe meer volwassen personen in een huis wonen, hoe lager de uitkering of bijzondere bijstand. Woonkosten kunnen dan namelijk gedeeld worden. In 2019 zijn we in het kader van het project rechtmatigheid de kostendelersnorm ook voor bepaalde regelingen binnen de bijzondere bijstand gaan hanteren, bijvoorbeeld de inkomenstoeslag.

Het budget leenbijstand laat een voordeel zien ten opzichte van de raming van € 52.000. Bij de realisatie blijkt dat we de raming leenbijstand te voorzichtig hebben ingeschat.

Sinds 2018 ontvangen we in het kader van armoede en schuldenbeleid extra middelen van het rijk voor kinderen in armoede en schuldhulpverlening. Deze extra middelen zijn ingezet om aanvullend aan het bestaande minimabeleid mogelijkheden voor kinderen te creëren om deel te nemen aan sport, culturele activiteiten, sociale netwerken én om te voorkomen dat mensen in de schulden terecht komen. Ultimo 2019 resteert er € 67.000 van het budget. Dit restant willen we inzetten om het implementatietraject van de nieuwe plannen en de uitvoering verder af te ronden. In 2020 zal extra capaciteit op schuldhulpverlening worden ingezet om achterstanden weg te werken die in de overgang zijn ontstaan en de harmonisatie van de minimaregelingen te formaliseren. Via een verzoek tot budgetoverheveling zal dit aan de raad worden voorgelegd.

Sociale werkvoorziening € 170.000 voordeel
De NLW-groep heeft in 2019 de betaalde transitiekostenvergoeding over de periode 2012 tot en met 2019 afgerekend met de deelnemende gemeenten. In onze begroting 2019 was rekening gehouden met een verschuldigde bijdrage in de transitiekosten voor het transitieplan NLW in 2019. Bij de afrekening is gebleken dat we een bedrag zouden terugontvangen. Dit leidt tot een voordeel in onze jaarrekening van € 160.000.

Daarnaast zijn de kapitaallasten op deze post € 10.000 lager dan voorzien omdat er op grond van de verslaggevingsvoorschriften een nacalculatie heeft plaatsgevonden voor het rentepercentage voor rentetoerekening. Het percentage hebben we hierdoor moeten verlagen van 1,5% naar 1%.

 

WMO (maatschappelijke ondersteuning voor volwassenen) € 279.000 voordeel

Dit voordeel is het resultaat van € 238.000 minder kosten en € 41.000 meer eigen bijdrage. Ten opzichte van jaarrekening 2018 zien we echter een grote stijging van kosten (ruim € 700.000 ). Dit wordt veroorzaakt door een tariefstijging o.a. door vaststelling van een nieuwe CAO, de invoering van het abonnementstarief en daardoor een groter gebruik van huishoudelijke hulp. Daarnaast gelden voor de WMO ook stijgende kosten, door de vergrijzing, langer thuis wonen. Deze factoren werken  door en hebben ook een relatief klein onderdeel in het resultaat van 2019.

 

Uitvoering € 72.000 voordeel

Dit voordeel heeft betrekking op de afrekening van onze bijdrage voor bedrijfsvoering aan de Modulaire Gemeenschappelijke Regeling (MGR) Sociaal Domein. Zowel de afrekening 2018 van € 56.000 als ook die van 2019 ca. € 12.000 zijn ten gunste van dit budget geboekt in 2019.

 

Jeugd € 313.000 nadeel

We hebben bij de 2e bijstelling onvoldoende voorzien dat er voor Behandeling met GGZ over de 1e helft van 2019 nog facturen betaald zijn. Wel zijn er in 2019 meer jeugdigen geholpen en zijn de totale uitgaven licht gedaald. We zien ook de gemiddelde kosten per jeugdige afnemen ten opzichte van 2018. Ook is er een trendbreuk dat de uitgaven aan jeugdhulp een daling laat zien in 2019. Dit ondanks een toename van het aantal cliënten en een indexering van de tarieven medio juli.