Verschillen 2020 begroting na wijziging versus 2020 realisatie (incl. reservemutaties)
Onderverdeling beleidsvelden:
|
Begroting na wijziging 2020
|
Realisatie 2020
|
Verschil
|
4.1
|
Zorg
|
-21.885
|
-21.745
|
140
|
4.2
|
Werk en inkomen
|
-7.521
|
-6.686
|
835
|
4.3
|
Arbiedsmigranten
|
-160
|
-32
|
128
|
4.4
|
Nieuwkomers
|
-205
|
-68
|
137
|
4.5
|
Gezondste regio 2025
|
-44
|
-44
|
0
|
4.6
|
Inwonerparticipatie/inwonerinitiatieven
|
-5.554
|
-5.235
|
319
|
4.7
|
Burgerzaken
|
-909
|
-905
|
4
|
Resultaat
|
|
-36.278
|
-34.715
|
1.563
|
een positief bedrag is een voordeel
een negatief bedrag is een nadeel
Verschillen groter dan € 50.000 op beleidsveldniveau worden toegelicht.
4.1 Zorg € 140.000 voordeel
Zowel bij Wmo als bij jeugd waren er in 2020 lagere uitgaven dan we bij de primaire begroting (start 2020) verwachtten. De corona crisis heeft invloed gehad op de uitvoering van de zorg in 2020. In bepaalde maanden is minder zorg (vooral begeleiding groep) geleverd. Tegelijkertijd was er de verplichting om zorgaanbieders te compenseren voor de lagere inkomsten, zodat zij overeind zouden kunnen blijven. Bij de tweede bijstelling hebben we hier rekening mee gehouden door budget over te hevelen van de maatwerkvoorzieningen naar de post ‘corona compensatie’ (deze valt onder beleidsveld 4.6). Om een compleet beeld te schetsen nemen we deze compensatie wel mee in de financiële analyse bij dit beleidsveld omdat het zorg gerelateerd is.
Bij de Wmo verwachtten we een compensatie te moeten verstrekken van € 650.000. De gerealiseerde compensatie voor de Wmo is € 500.000 en daarmee € 150.000 lager dan bij de tweede bijstelling werd verwacht. Bij jeugd verwachtten we een compensatie te moeten verstrekken van € 210.000. De gerealiseerde compensatie voor de jeugdhulp is € 200.000 en daarmee € 10.000 lager dan bij de tweede bijstelling werd verwacht. Inclusief de corona compensatie bedraagt het voordeel dat we hieronder toelichten € 300.000.
Wmo en Jeugdhulp € 210.000 voordeel
Bij de Wmo zien we in 2020 lagere uitgaven dan verwacht bij de primaire begroting (start 2020). Het verschil (inclusief de corona compensatie) is € 425.000 minder uitgaven (€ 325.000 minder uitgaven ten opzichte van de 2e bijstelling). De grootste verschillen zien we bij ‘begeleiding groep’, ‘PGB’ en ‘vervoer’. Belangrijkste reden is het coronajaar waardoor bepaalde voorzieningen tijdelijk gesloten waren en inwoners door de oproep vooral thuis te blijven minder gebruik gemaakt hebben van onder meer dagbesteding.
Bij de jeugdhulp zien we in 2020 lagere uitgaven dan verwacht bij de primaire begroting (start 2020). Het verschil is € 245.000 minder uitgaven (€ 115.000 meer uitgaven ten opzichte van de tweede bijstelling). De belangrijkste verschillen zien we bij de regionale jeugdvoorzieningen (lagere uitgaven) door een lager gebruik in 2020 en een extra bijdrage vanuit de centrumgemeente bij Veilig Thuis. We zien een toename bij ‘behandeling met GGZ’ en ‘wonen’ en een afname bij ‘behandeling met verblijf’ en ‘PGB’. In 2020 hebben we ingezet op de acties uit het Actieplan Sociaal Domein, waaronder de top 25 aanpak. Dat heeft zeker bijgedragen aan het beperken van de uitgaven aan jeugdhulp en het voordeel ten opzichte van de primaire begroting. Zonder de inzet vanuit het Actieplan Sociaal Domein zouden de uitgaven hoger zijn geweest. Voor 2020 is de taakstelling rond het Actieplan Sociaal Domein (€ 300.000) behaald.
Wanneer we het jaarrekeningresultaat voor Wmo en jeugdhulp bij elkaar optellen, zien we ten opzichte van de primaire begroting 2020 een voordeel van € 670.000 (€ 210.000 voordeel ten opzichte van de 2e bijstelling). Een vergelijking met het jaarrekeningresultaat van 2019 laat zien dat de uitgaven aan Wmo en Jeugdhulp in 2020 gestegen zijn met € 720.000 ten opzichte van 2019 (€ 405.000 meer uitgaven bij Wmo en bij jeugd € 315.000 meer uitgaven). Hierbij speelt overigens altijd mee dat de budgetten jaarlijks worden geïndexeerd en daarmee sowieso een jaarlijkse stijging kennen.
Openbare gezondheidszorg € 45.000 voordeel
Door corona hebben er veel minder (jaarlijkse) inspecties in het kader van toezicht en handhaving kinderopvang plaatsgevonden.
Uitvoeringskosten gebiedsteams € 23.000 voordeel
In 2020 zijn door de corona maatregelen trainingen die normaal gesproken in groepsverband op locatie plaatsvinden niet doorgegaan, net als de twee jaarlijkse gebiedsteam-dagen. Daarnaast heeft er in 2020 geen cliënttevredenheidsonderzoek plaatsgevonden.
4.2 Werk en inkomen € 835.000 voordeel
De grootste verschillen in lagere uitgaven zien we bij inkomensvoorzieningen, TOZO en Bbz. De belangrijkste reden hiervoor is het coronajaar.
Inkomensvoorzieningen € 537.000 voordeel
Door de coronamaatregelen waren bepaalde projecten tijdelijk gesloten en hebben inwoners door de oproep vooral thuis te blijven minder gebruik gemaakt hebben van onder meer activeringstrajecten. Daarnaast zien we dat er minder inwoners in een bijstandsvoorziening terecht zijn gekomen dan verwacht. De instroom is minder hard gestegen dan we hadden verwacht. We zien dat de coronacrisis en bijkomende economische gevolgen een grote impact hebben op de uitkeringen WW. De instroom in de bijstand neemt geleidelijk toe, maar blijft nog binnen de perken. We hebben namelijk rekening gehouden met scenario 3 van het worst case scenario van het CBS. Dat heeft zeker bijgedragen aan het beperken van de uitgaven aan inkomensvoorzieningen en het voordeel ten opzichte van de begroting na wijziging. We weten uit het verleden dat de BUIG een grillig verloop kan hebben en we willen nadelige effecten zo veel mogelijk voorkomen. Om die reden hadden we er voor gekozen de veronderstelde stijgingen in het bijstandsvolume – berekend door CBS - mee te nemen in de (meerjaren)raming. We zien nu dat de instroom in 2020 is meegevallen op basis van de prognose. De verwachting blijft echter bestaan dat de instroom gaat toenemen. Dit gaat effect hebben op het aantal uitkeringsgerechtigden, uitvoeringskosten en de uitvoeringsprijs.
TOZO € 111.000 voordeel
De TOZO-regeling ondersteunt ondernemers financieel die onder het bestaansminimum komen door de coronacrisis. Daarnaast regelt de TOZO het verstrekken van kredieten om bedrijven in nood te redden. TOZO 1 liep tot 1 juni 2020, TOZO 2 kent een looptijd tot 1 oktober 2020 en TOZO 3 zal tot 1 juli 2021 lopen, waarbij op 1 april 2021 de vermogenstoets in werking zal treden. Daarbij zien we dat er steeds strengere eisen worden gesteld. Ook worden ondernemers ondersteund in het nadenken over het toekomstperspectief van hun onderneming. In principe worden we gecompenseerd door het Rijk voor de directe- en de uitvoeringskosten van deze regeling. Onzeker is nog wie het risico draagt indien voorschotten ten onrechte zijn verstrekt en teruggevorderd moeten worden. Beeld is dat we door de gekozen werkwijze weinig onrechtmatige voorschotten hebben verstrekt.
Bbz € 42.000 voordeel
Bij de Bbz zien we in 2020 een voordeel van € 42.000. De verwachting is echter dat na de beëindiging van TOZO er meer BBZ-uitkeringen levensonderhoud en bedrijfskrediet verstrekt zullen gaan worden. Vanaf 1 januari 2020 valt de financiering van de BBZ-uitkeringen levensonderhoud onder de BUIG. Daarmee is de gemeente 100% financieel verantwoordelijk. Voor de BBZ-kredieten is de gemeente 75% financieel zelf verantwoordelijk. Eerder lag de financiële verantwoordelijkheid voor de BBZ merendeels bij het Rijk. Meer aanvragen zullen daarbij ook leiden tot hogere uitvoeringskosten.
4.3 Arbeidsmigranten € 128.000 voordeel
In 2020 is er door een extra impuls voor arbeidsmigranten een incidenteel budget ontstaan voor 2020. Hiermee is in 2020 een start gemaakt met een programmatische aanpak rondom Arbeidsmigranten. Het budget voor 2020 is nog niet volledig gebruikt. De aanpak en pilots zijn eind 2020 gestart, waardoor de kosten ook in 2021 en 2022 doorlopen. Deze middelen worden, op grond van het raadsbesluit van 20 april 2021, ingezet voor de uitvoering van het programma 'Sociale integratie arbeidsmigranten'.
4.4 Nieuwkomers € 137.000 voordeel
De totale begroting voor het beleidsveld Nieuwkomers bedroeg € 205.000.
Deze middelen waren bestemd voor:
- Maatschappelijke begeleiding van statushouders;
- Arbeidsparticipatie nieuwkomers;
- Integratie van nieuwkomers.
- Voorbereiding op Wet Inburgering
Gerealiseerd is in totaal € 68.000. Er is dus sprake van een onderbesteding van € 137.000.
De belangrijkste oorzaak voor deze onderbesteding heeft betrekking op:
Voor de voorbereiding op de Wet Inburgering zijn minder uitgaven gedaan, dan vooraf was aangenomen. De belangrijkste reden hiervoor is dat de ingangsdatum van deze wet is uitgesteld van 1 juli 2021 naar 1 januari 2022. Daarnaast hebben de beperkende maatregelen als gevolg van corona ervoor gezorgd dat pilottrajecten ter voorbereiding op die nieuwe Wet Inburgering minder hebben plaatsgevonden dan vooraf de bedoeling was. Het voordeel wat hierdoor ontstaat is € 123.000. Dit voordeel wordt, op grond van het raadsbesluit van 20 april 2021, ingezet voor de uitvoering van het programma 'Sociale integratie arbeidsmigranten.
Het restant ad € 14.000 wordt veroorzaakt door een afrekening budgetsubsidies over 2019 die in 2020 heeft plaatsgevonden.
4.6 Inwonersparticipatie/inwonersinitiatieven € 319.000 voordeel
Exploitatie gemeenschapshuizen €162.000 nadeel
De exploitatie van de gemeenschapshuizen valt in werkelijkheid ongeveer € 162.000 duurder uit dan begroot. De reden hiervoor is o.a. corona gerelateerd, denk hierbij aan lagere huurinkomsten en toch doorlopende exploitatiekosten. Daarbij is rekening gehouden met coronacompensatie voor gemiste huurinkomsten.
Compensatieregeling sociaal domein € 160.000 voordeel
Om de zorgaanbieders te compenseren voor gemiste omzet is regionaal hiervoor, in samenwerking met de MGR en in aansluiting op het rijksbeleid, een compensatieregeling toegepast. Deze regeling heeft voornamelijk betrekking op de maatwerkvoorzieningen jeugd en wmo voor begeleiding. Die zagen we door de corona maatregelen fors afnemen in 2020. Tegenover de dalende zorgkosten voor begeleiding jeugd en wmo hebben we in de 2e bijstelling een budget opgenomen voor dekking van de compensatieregeling van € 860.000. Deze compensatieregeling kent geen vergoeding vanuit het rijk omdat de dekking plaats vindt uit de reguliere budgetten. Daar zien we nl. de uitgaven dalen. De inschatting bedroeg € 650.000 voor WMO-omzetcompensatie en voor € 210.000 Jeugd-omzetcompensatie, samen in totaal € 860.000. Nu in de jaarstukken staat hier een realisatie tegenover van € 700.000 waardoor een voordeel ontstaat van € 160.000. Deze regeling is feitelijk direct zorg gerelateerd en maakt onderdeel uit van de wmo en jeugdzorg onder beleidsveld 4.1 Zorg. Om daar op die plek, binnen 4.1 Zorg, een volledig beeld te kunnen schetsen voor wmo en jeugdzorg in relatie tot de primaire begroting en voorgaande jaren, is de compensatieregeling sociaal domein daarin ook meegenomen.
Meerkostenregeling sociaal domein € 73.000 voordeel
We hebben meer geld gekregen van het rijk voor meerkosten dan dat we eraan hebben uitgegeven.
Het aantal zorgaanbieders dat gebruik heeft gemaakt van de meerkosten regeling was in 2020 beperkt. Daarbij zijn er door de regionale werkgroep uitgaven (veelal personele kosten) afgewezen omdat deze niet onder de voorwaarden van het meerkostenprotocol vielen.
Vouchers € 51.000 voordeel
Dit voordeel ligt grotendeels aan de corona-pandemie. Er zijn in 2020 bijna geen evenementen/activiteiten georganiseerd. Daarnaast zien we dat het aantal aanvragen in de loop der jaren afneemt. De reden daarvoor is dat vouchers bedoeld zijn voor nieuwe/vernieuwende activiteiten van vrijwilligersinstellingen. Je kunt niet ieder jaar iets nieuws/iets vernieuwends verzinnen, als vrijwilligersinstelling.
Prioriteitsgelden wijk- en dorpsraden € 40.000 voordeel
Het budget in onze begroting en meerjarenraming gaat uit van een jaarlijkse bijdrage per dorpsraad. De bovengrens per wijk- en dorpsraad voor het budget prioriteitsgelden is bepaald op € 25.000. Is deze bereikt, dan vervalt de toevoeging van het jaarbudget. Het saldo mag alleen meer bedragen als er, met toestemming van het college, wordt gespaard voor een groot project. Uitgangspunt is dat eerst de opgebouwde buffer wordt ingezet. Dit is zoals vastgelegd in het toetsingskader subsidieverlening stimuleringssubsidie. In 2020 ontstaat hierdoor een voordeel ten opzichte van de begroting van € 40.000.
Bijdrage regionaal bureau (MGR) € 38.000 voordeel
Dit voordeel bestaat grotendeels uit compensabele BTW die achteraf door de MGR is verrekend op basis van de transparantiemethode. De modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein Limburg-Noord (MGR SDLN) maakt namelijk gebruik van de transparantiemethode. Dit betekent dat de MGR voor haar prestaties zelf niet in de heffing van de btw wordt betrokken. De btw die samenhangt met compensabele activiteiten wordt doorgeschoven naar de deelnemende gemeenten in deze gemeenschappelijke regeling. Dit gebeurt achteraf en op basis van de werkelijk in 2020 door de MGR gemaakte kosten. De deelnemende gemeenten ontvangen de btw vervolgens terug op aangifte voor het btw-compensatiefonds.
Jeugd en preventie € 31.000 voordeel
In 2020 zijn een aantal regionale projecten in gang gezet, die ook vanuit de regio worden gefinancierd. Daarnaast hebben we lokaal voornamelijk ingezet op betere samenwerking tussen basisvoorzieningen voor de jeugd. Hier zijn geen kosten aan verbonden. Daarom is er vanuit dit budget minder geld ingezet dan beschikbaar was.
Wet Maatschappelijke Ondersteuning € 25.000 voordeel
De uitgaven voor de inwonersinitiatieven ondersteuning en zorg zijn in het jaar 2020 incidenteel lager dan begroot. Dit komt door enkele incidentele meevallers en het feit dat de corona crisis een rem heeft gezet op de activiteiten van de bestaande initiatieven en op het ontstaan van nieuwe initiatieven. De verwachting is dat de uitgaven na de corona crisis weer zullen toenemen
Huisvesting statushouders € 14.000 voordeel
Dit betreft een kostenpost voor huurinkomsten van de woningen voor statushouders waarvan we als gemeente eigenaar zijn. We hebben in 2020 meer inkomsten dan vaste lasten en onderhoud gehad.
Het restantverschil bestaat uit een meerdere kleine posten.