A. Lokale heffingen

Dit hebben we bereikt!

Terug naar navigatie - Dit hebben we bereikt!

Een gelijkblijvende lastendruk voor inwoners en bedrijven, uitgezonderd de inflatiecorrectie.

Terug naar navigatie - Een gelijkblijvende lastendruk voor inwoners en bedrijven, uitgezonderd de inflatiecorrectie.

Uitgangspunt in het collegeprogramma is dat de gemiddelde lastendruk van drie heffingen (afvalstoffenheffing, rioolheffing en OZB) voor burgers en bedrijven gelijk blijft, uitgezonderd de loon- prijsontwikkeling (percentages genoemd in de meicirculaire gemeentefonds). Dit is met de recente externe ontwikkelingen van het Gemeentefonds en BUIG-gelden en het gewenst voorzieningenniveau niet langer houdbaar.  Met ingang van de begroting 2020 is dit uitgangspunt dan ook losgelaten. We leggen een mutatie in de lastendruk jaarlijks met de begroting en later in december, met raadsvoorstellen, ter besluitvorming voor aan de gemeenteraad.

O

Zo hebben we dat gedaan!

Toelichting en tabellen paragraaf A. Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Toelichting en tabellen paragraaf A. Lokale heffingen

De gemeentelijke heffingen zijn na de algemene uitkering de grootste inkomstenbron van de gemeente. Met de heffingen genereren we in 2020 ongeveer 22% van de gemeentelijke inkomsten. In het onderstaande overzicht worden de inkomsten van de diverse gemeentelijke heffingen nader gespecificeerd.

  Overzicht inkomsten uit heffingen 2020

Rekening 2019

Begroot na wijziging 2020

Rekening 2020

Procentuele
afwijking
Rek.-Begr.

Onroerende zaakbelasting (OZB)

11.004

11.659

11.652

-0,1%

Afvalstoffenheffing en reinigingsrecht

2.835

3.484

3.661

5,1%

Rioolheffing

3.664

4.232

4.197

-0,8%

Toeristenbelasting

2.603

2.312

2.405

4,0%

Baten baatbelasting

2

3

2

-18,8%

Baten reclamebelasting

95

87

90

3,7%

Baten precariobelasting

21

25

18

-27,4%

Baten marktgelden

21

20

17

-18,1%

Baten begraafplaatsrechten

16

18

15

-14,2%

Overige heffingen

2.092

1.992

2.390

20,0%

Totaal inkomsten uit heffingen

22.354

23.831

24.447

2,6%

Totaal inkomsten begroting/rekening

105.692

122.099

116.328

 

Uit het bovenstaande overzicht blijkt dat in 2020 de inkomsten uit gemeentelijke heffingen ongeveer € 616.000 hoger zijn dan begroot. De hogere opbrengst is met name het saldo van hogere leges van omgevingsvergunningen ad. € 377.000 (overige heffingen)en hogere opbrengsten uit de afvalstoffenheffing ad. € 177.000. De opbrengsten van de precariobelasting en de marktgelden zijn lager omdat deze in verband met Corona niet in rekening zijn gebracht voor de tijdsduur dat de markt of de standplaats als gevolg van coronamaatregelen geen doorgang heeft gevonden c.q. voor de tijdsduur dat de terrassen als gevolg van de coronamaatregelen gesloten zijn geweest.

De belangrijkste reden voor de hogere legesopbrengsten is dat ten opzichte van 2019 de aanvragen omgevingsvergunningen met ca. 25% zijn toegenomen (vooral de principe-aanvragen en de reguliere bouwaanvragen). De hogere baten in de afvalstoffenheffing zijn het gevolg van hogere leges uit de afvalinzameling. Dit is veroorzaakt door:

  • Gedurende de lockdown was het aanbod van restafval, grof vuil en tuinafval aan de wagen hoger dan begroot. Waarschijnlijk omdat er meer mensen thuisbleven en daar meer consumeerden en meer klusten en zo meer afval veroorzaakten.
  • Op het eind van het jaar zijn er veel zakken verkocht nadat bekend werd dat de tarieven in 2021 omhoog zouden gaan. Waarschijnlijk zijn de goedkope zakken gehamsterd.

Beleid gemeentelijke heffingen
De gemeentelijke heffingen vormen een integraal onderdeel van het gemeentelijke beleid. In het coalitieakkoord 2018 - 2022 is bepaald dat m.b.t. de heffingen wordt nagestreefd dat de lastendruk (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) voor burgers en bedrijven gemiddeld gelijk blijft en dat alleen voor inflatie kan worden gecorrigeerd. Dit beleid is met ingang van 2020 losgelaten. Nadere uitleg over de tarieven van deze heffingen volgt later in deze paragraaf.

Voor 2020 is voor de tarieven toeristenbelasting, het rioolaansluitrecht, precariobelasting, marktgelden, reclamebelasting, lijkbezorgingsrechten en leges, een inflatiecorrectie van 1,4% t.o.v. 2019 gehanteerd.

De paragraaf wordt opgebouwd op de wijze die is ingeslagen bij de begroting 2020. In het vervolg van de paragraaf Lokale heffingen wordt toegelicht in hoeverre de hierboven genoemde doelen in 2020 zijn gerealiseerd.

Hervorming lokaal belastinggebied
In mei 2020 zijn de bouwstenen voor een toekomstig belastingstelsel gepresenteerd. Het ministerie van Financiën heeft hier samen met andere departementen onderzoek naar gedaan en bouwstenen voor opgesteld. Deze zijn naar de Tweede Kamer gestuurd. Het gaat om een ambtelijk rapport waarbij de inzichten gebruikt kunnen worden bij de volgende kabinetsformatie. De ontwikkelingen inzake de hervorming van het lokale belastinggebied worden gevolgd.

Doelstelling
Maximaal 100% kostendekkendheid voor heffingen die hoogstens 100% kostendekkend mogen zijn.

Maatregelen

  • Jaarlijks brengen we de totaal begrote en werkelijke kosten en opbrengsten van de heffingen die maximaal kostendekkend mogen zijn in beeld.

Kostendekkendheid
Vanaf de begroting 2017 is iedere gemeente verplicht in de paragraaf lokale heffingen de kostendekkendheid van de tarieven die op basis van de Gemeentewet maximaal kostendekkend mogen zijn, inzichtelijk te maken.
Per heffing wordt in deze paragraaf dan ook op hoofdlijnen inzicht gegeven hoe bij de berekening van de tarieven van heffingen de werkelijke baten de werkelijke lasten niet overschrijden. Voor Horst aan de Maas gaat het hierbij om:

  • de afvalstoffenheffing,
  • reinigingsrechten,
  • rioolheffing,
  • rioolaansluitrecht,
  • marktgelden,
  • lijkbezorgingsrechten en
  • de leges.

Per heffing worden de directe kosten, overhead, BTW en opbrengsten weergegeven. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • Directe kosten zijn de kosten die direct aan een heffing kunnen worden toegerekend en ook als zodanig in de financiële administratie staan (bijvoorbeeld directe personeelslasten, rijksleges, geleverde diensten t.b.v. de heffing en kapitaallasten).
  • De overhead is op basis van de hierboven vermelde directe personeelslasten aan de heffing toegerekend
  • De inkoop-BTW is als last meegenomen.
  • De opbrengsten zijn gebaseerd op de tarieven 2020 zoals die in de paragraaf genoemd worden.

Voor de toerekening van de overhead heeft iedere gemeente een eigen beleidsvrijheid. De kostentoerekening van de overhead heeft net als bij de begroting 2020 plaatsgevonden op basis van de personeelslasten. Deze methode sluit het meest aan op de kostentoerekeningen zoals we die in het verleden ook hebben gehanteerd.

In deze paragraaf wordt de kostendekkendheid per heffing op basis van deze toerekening van de overhead inzichtelijk gemaakt. De systematiek van toerekenen van de overhead via de personeelslasten betekent dat een relatief groter bedrag toegerekend wordt aan arbeidsintensieve taken. De rechtvaardiging hiervoor is dat de ondersteuning en de aansturing voornamelijk zijn gericht op de mensen die de taken uitvoeren.

Onroerende Zaak Belastingen (OZB)
De OZB wordt geheven van eigenaren en gebruikers van onroerende zaken.

OZB

Bedragen in hele euro's

2019 2020 stijging 2020
t.o.v. 2019

Tarief Ozb-eigenaar woningen

0,1520%

0,1483%

-2,4%

Tarief Ozb-eigenaar niet-woningen

0,2404%

0,2469%

2,7%

Tarief Ozb gebruiker niet-woningen

0,1921%

0,1973%

2,7%

       

Gemiddelde aanslag woning (WOZ-waarde 2020 €261.000,-)

€ 337,83

€ 387,06

2,4%

Gemiddelde aanslag niet-woning/ eigenaar en gebruiker  (WOZ-waarde 2020 €400.000,-)

€ 1.735,21

€ 1.776,80

2,4%

De tarieven voor de OZB zijn geïndexeerd met 2,4% waarbij tevens de waardeontwikkeling in de tarieven is verdisconteerd.

Reinigingsheffingen (afvalstoffenheffing)
De reinigingsheffingen bestaan uit de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten. Uitgangspunt is dat de reinigingsheffingen kostendekkend zijn. De afvalstoffenheffing wordt geheven van huishoudens om de kosten te dekken voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Dit zijn niet alleen de kosten voor de wekelijkse afvalinzameling, maar ook kosten voor de inzameling van glas, oud papier, klein chemisch afval en dergelijke.

Reinigingsrechten worden geheven van bedrijven die gebruik maken van de gemeentelijke afval-inzameldienst. De tarieven voor de afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishoudens) en de reinigingsrechten zijn gelijk.

De gemiddelde lasten zijn in 2020 t.o.v. 2019 verhoogd met € 37 en zijn gebaseerd op de afvalbegroting 2020-2023.

Reinigingsheffingen

Bedragen in hele euro's

2019 2020 stijging 2020
t.o.v. 2019

Basisheffing per jaar meerpersoonshuishouden

€ 155,90

€ 195,23

25,2%

Basisheffing per jaar éénpersoonshuishouden

€ 115,07

€ 144,10

25,2%

Restafvalzak

€ 1,20

€ 1,20

0%

       

Gemiddelde lasten (1)

€ 160,11

€ 197,00

23%

Gemiddelde lasten meerpersoonshuishouden (1)

€ 171,83

€ 211,36

23%

Gemiddelde lasten éénpersoonshuishouden (1)

€ 122,88

€ 151,14

23%

(1) inclusief kosten voor Big Bags etc.

Het gemiddeld tarief voor een meerpersoonshuishouden in de provincie Limburg ligt in 2020 op € 251,11 (bron: Belastingoverzicht 2020 Provincie Limburg).

Rioolheffing
De (verbrede) rioolheffing heeft het karakter van een bestemmingsheffing. Hiermee worden kosten verhaald van collectieve maatregelen, die de gemeente noodzakelijk acht voor een doelmatig werkende riolering. Ook de kosten voor de maatregelen die nodig zijn ten aanzien van hemelwater en grondwater worden hiermee verhaald.

Het gemeentelijke rioleringsplan (VGRP) is op 8 november 2016 vastgesteld door de gemeenteraad en heeft een looptijd van 2017-2021. Op basis van de actualisering van het kostendekkingsplan riolering welke op 26 november 2019 door de gemeenteraad is vastgesteld is de rioolheffing voor 2020 verhoogd met € 25. De tarieven zijn een vast bedrag per eigendom. Uitgangspunt is dat de rioolheffing kostendekkend is.

In het onderstaande overzicht staat de ontwikkeling van de rioolheffing aangegeven.

Rioolheffing

Bedragen in hele euro's

2019 2020 stijging 2020
t.o.v. 2019

Vast tarief per eigendom

€ 192

€ 217

13%

Rioolaansluitrecht
Het rioolaansluitrecht is een éénmalige vergoeding van de eigenaar van een pand dat op de riolering wordt aangesloten.

Rioolaansluitrecht

Bedragen in hele euro's

2019 2020 stijging 2020
t.o.v. 2019

Druk riolering buitengebied

€ 4.417

€ 4.479

1,4%

Vrijverval-riolering

€ 231 + € 169 per m1
perceelaansluitleiding

€ 234 + € 282 per m1
perceelaansluitleiding

1,3%


Toeristenbelasting
Toeristenbelasting wordt geheven van degene die tegen een vergoeding gelegenheid geeft tot overnachten. De belasting wordt geheven voor alle overnachtingen van personen die niet in de gemeentelijke basisregistratie staan ingeschreven. Dit kunnen zowel toeristen als arbeidsmigranten zijn.

De toeristenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel, wat betekent dat de gemeente vrij is in de besteding van de inkomsten.

Voor 2020 zijn de tarieven voor de toeristenbelasting meerjarig geïndexeerd. De tarieven van de toeristenbelasting 2020 zijn bepaald op de onderstaande tarieven:

Toeristenbelasting

Bedragen in hele euro's

2019 2020 stijging 2020
t.o.v. 2019

Laag tarief per persoon per overnachting (1)

€ 0,86

€ 0,95

10,5%

Vaste plaats, vast bedrag per jaar (1)*

€ 134,16

€ 148,20

10,5%

Seizoensplaats / arrangement per week (1)*

€ 3,44

€3,80

10,5%

Hoog tarief per persoon per overnachting (2)

€ 1,43

€ 1,55

8,4%

(1) mobiele kampeeronderkomens, stacaravans, groepsaccommodaties.
(2) Hotel, pensions, vakantiewoningen

Regionaal gezien is de toeristenbelasting in 2020 gemiddeld € 1,31 (hoog tarief € 1,44, laag tarief € 1,17) per overnachting. Het hoge tarief in Horst aan de Maas ligt in 2020 8% boven het regionale gemiddelde en het lage tarief ca. 19% onder het regionale gemiddelde. Gemiddeld gezien is het tarief toeristenbelasting in Horst aan de Maas 4% lager dan het regionale gemiddelde.

Baatbelasting
Baatbelasting wordt geheven ter dekking van door de gemeente aangelegde voorzieningen in de openbare ruimte. De particuliere eigendommen die gebaat zijn, worden in de heffing van de baatbelasting meegenomen. Er is in 2020 nog één baatbelasting geheven, te weten de baatbelasting voor de riolering aan de Kreuzelweg. Deze loopt nog tot 2023. Bij het vaststellen van de verordening Baatbelasting Kreuzelweg heeft de gemeenteraad bepaald dat deze niet jaarlijks met een inflatiecorrectie geïndexeerd wordt.

Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

Precariobelasting terrassen

Bedragen in hele euro's

2019 2020 stijging 2020
t.o.v. 2019

Terrassen binnen de bebouwde kom van Horst of Sevenum per m2 per jaar

€ 9,59

€ 9,70

1,1%

Overige terrassen per m2 per jaar

€ 6,38

€ 6,45

1,1%

Marktgelden
Marktgelden worden geheven voor het innemen van een standplaats tijdens de weekmarkt. In Meerlo, Swolgen en Tienray zijn geen marktdagen en is de heffing van marktgelden niet aan de orde. De promotiegelden die door de marktlieden in het centrum van Horst worden betaald, zijn vanaf 2011 in de heffing van de marktgelden meegenomen.

De promotiegelden worden doorbetaald aan de stichting Centrummanagement Horst aan de Maas die hier vervolgens collectieve activiteiten t.b.v. het promoten van het centrum van Horst mee bekostigt.

Marktgelden

Bedragen in hele euro's

2019 2020 stijging 2020
t.o.v. 2019

Voor het innemen van een standplaats per dag

€ 11,25

€ 11,40

1,3%

Voor het innemen van een vaste standplaats per kwartaal      
- per strekkende meter € 18,21 € 18,40 1,0%
- vast bedrag (promotiegelden alleen in Horst) € 22,54 € 23,00 2,0%


Reclamebelasting
Reclamebelasting wordt geheven voor openbare aankondigingen (reclameobjecten) in het centrum van Horst, die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Deze heffing is in 2008 op verzoek van de ondernemers van het centrum van Horst ingevoerd. De opbrengst van de reclamebelasting wordt, onder inhouding van € 5.000, doorbetaald aan de Stichting centrummanagement Horst aan de Maas, die hier vervolgens collectieve activiteiten t.b.v. het promoten van het centrum van Horst mee bekostigt. 

De hoogte van het tarief is sinds 2015 afhankelijk van de ligging en de WOZ-waarde van de vestiging en niet meer van de grootte van de reclameborden zoals dat in 2014 en voorgaande jaren gold.

Reclamebelasting centrum Horst

Bedragen in hele euro's

2019 2020 stijging 2020
t.o.v. 2019

Zone A (woz-waarde kleiner dan of gelijk aan € 150.000)

€ 528

€ 535

1,3%

Zone A (woz-waarde range € 151.000 t/m € 291.000)

€ 528 + € 3,16 per € 1.000 woz-waarde
2018 boven € 150.000

€ 535 + €321 per €1.000 woz-waarde
2019 boven de € 150.000

 

Zone A (woz-waarde groter dan of gelijk aan € 292.000)

€ 976

€ 990

1,4%

Zone B

€ 528

€ 535

1,3%

* voor reclamebelasting 2020 wordt de woz-waarde 2019 (waardepeildatum 1-1-2018) gehanteerd
* voor reclamebelasting 2019wordt de woz-waarde 2018 (waardepeildatum 1-1-2017) gehanteerd
*bij woon-/bedrijfspanden wordt alleen de woz-waarde over het bedrijfsgedeelte meegenomen.

Lijkbezorgingsrechten
Lijkbezorgingsrechten zijn vergoedingen voor diverse diensten die de gemeente verricht in het kader van de lijkbezorging. De hoogte van de lijkbezorgingsrechten wordt in overleg met het kerkbestuur vastgesteld.

Leges
Met het heffen van leges dekt de gemeente de kosten die de gemeente maakt voor het leveren van bepaalde diensten. De tarieven zijn gebaseerd op maximale kostendekkendheid.

De kostendekkendheid van de leges 2020 wordt hieronder per titel van de legesverordening inzichtelijk gemaakt:

  • Titel 1: Algemene dienstverlening zoals o.a. huwelijksvoltrekkingen/partnerschapsregistratie, inlichtingen uit de basisregistratie personen (BRP), reisdocumenten en rijbewijzen;
  • Titel 2: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunningen;
  • Titel 3: Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn. Onder de laatstgenoemde titel vallen o.a. aanvragen in het kader van de drank- en horecawet en kinderopvang.

Conform de Kadernota 2017 hebben we een verkennend onderzoek gedaan naar de mogelijkheden in de mate van kostendekkendheid van de leges en tarieven van de leges in titel 2 en 3 van de tarieventabel. Hierbij is als uitgangspunt genomen het ophogen van deze tarieven naar 80% kostendekking.

Conform het “Raadsbesluit tot invulling van de begrotingsruimte en investeringsvolume 2019 – 2022 met een doorkijk t/m 2026” zijn extra legesopbrengsten van titel 2 in de begroting opgenomen in verband met een verhoging van de kostendekkendheid van 65% naar 80%. Als aanvulling hierop is tevens een verhoging van de kostendekkendheid van 80% naar 85% in de begroting van 2020 opgenomen. Ten aanzien van titel 2 kan gesteld worden dat een kostendekkendheid van 85% in 2020 is gerealiseerd. Een aantal diensten zijn in 2020 van titel 2 naar titel 3 overgeheveld en er zijn nieuwe diensten aan titel 3 toegevoegd. De resultaten van het onderzoek naar de kostendekkendheid van titel 3 zullen daarom naar verwachting in de loop van 2021 bekend worden.

Kwijtschelding
Voor de gecombineerde aanslag gemeentelijke heffingen kan een verzoek tot kwijtschelding worden ingediend. Of iemand voor kwijtschelding in aanmerking komt, hangt af van een aantal factoren. Aan de hand van de financiële situatie beoordeelt de gemeente of iemand voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding in aanmerking komt. Als basis gebruiken we hiervoor  wet- en regelgeving en de door de gemeenteraad vastgestelde Leidraad Invordering Gemeentelijke belastingen 2020.

Kwijtschelding is mogelijk voor de volgende heffingen:

  • OZB
  • Rioolheffing
  • Afvalstoffenheffing

De gemeente biedt de mogelijkheid een verkort aanvraagformulier kwijtschelding in te vullen (inlog via DigiD). Maandelijks worden deze ontvangen kwijtscheldingsverzoeken bij Stichting Inlichtingenbureau getoetst. Als deze toetsing een afwijzing oplevert is het nog altijd mogelijk een volledig aanvraagformulier kwijtschelding in te vullen dat door de gemeente zelf wordt beoordeeld. Het is daardoor mogelijk dat een inwoner zowel een verkorte aanvraag als een volledig aanvraagformulier invult.

Er zijn in 2020 minder kwijtscheldingsaanvragen, een daling van 1,1%, ontvangen dan in 2019. De drempel om een verkort verzoek in te dienen is laag. Ondanks de lage drempel zien we het aantal verkorte verzoeken afnemen.

Eind 2020 was er één aanvraag in behandeling.

Het verleende kwijtscheldingsbedrag is ten opzicht van 2019 met ongeveer € 7.000 gestegen. In de begroting 2020 was ten onrechte geen rekening gehouden met de stijging van de tarieven afvalstoffenheffing. Het aantal toegekende kwijtscheldingen in 2020 is licht gedaald ten opzichte van 2019.

Ondernemers kunnen ook voor kwijtschelding in aanmerking komen als ze aan de overige voorwaarden voor kwijtschelding voldoen. In 2020 is er aan geen enkele ondernemer kwijtschelding verleend.

Kwijtschelding

Bedragen in hele euro's

2018 2019 2020 stijging 2020
t.o.v. 2019

Verzoeken om kwijtschelding

524

535

529

-1,1%

* Waarvan automatisch en via verkorte aanvraag

430

446

398

-10,8%

Kwijtschelding ondernemers

0

0

0

0,0%

Kwijtschelding excl. ondernemers

322

302

293

-3,0%

* Kwijtschelding toekenning n.a.v. beoordeling inlichtingenbureau

216

264

249

-5,7%

Geen kwijtschelding

199

233

235

0,9%

In behandeling

3

0

1

,0%

Verleende kwijtschelding

€ 41.531

€ 40.585

€ 47.478

17,0%

Invordering
In 2020 zijn er, in verband met de coronacrisis, maar 9 invorderingsrondes geweest. In voorgaande jaren waren dit er 10. Het aantal betekende dwangbevelen is ten opzichte van 2019 met 54 stuks afgenomen.

Het bedrag oninbaar is ten opzichte van 2019 afgenomen. Er zijn in 2020 meer bedrijven failliet gegaan dan in 2019.

Kengetallen invordering

Bedragen in hele euro's

2018 2019 2020 stijging 2020
t.o.v. 2019

Aantal aanslagen (excl. verminderingen)

20.936

21.186

21.634

2,1%

Geïncasseerd via automatische incasso

60,5%

61,7%

60,4%

-2,1%

Betaling en incasso binnen de betalingstermijn

92,8%

92,4%

92,7%

0,3%

Aantal aanmaningen

1.1517

1.602

1.572

-1.9%

Aantal kennisgeving dwangbevelen

786

853

765

-10,3%

Aantal dwangbevelen

466

486

432

-11,1%

Percentage oninbaar Horst aan de Maas

0,04%

0,12%

0,07%

-41,7%

Bedrag oninbaar Horst aan de Maas

€ 7.551

€ 25.641

€ 16.774

-34,6%