A. Lokale heffingen

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Een gelijkblijvende lastendruk voor inwoners en bedrijven, uitgezonderd de inflatiecorrectie.

Terug naar navigatie - Een gelijkblijvende lastendruk voor inwoners en bedrijven, uitgezonderd de inflatiecorrectie.

Gelijkblijvende lastendruk voor inwoners en bedrijven, uitgezonderd de inflatiecorrectie, wil zeggen dat de gemiddelde aanslag  OZB, Afvalstoffen- & Rioolheffing, ten opzichte van vorig jaar, niet meer stijgt dan het inflatiepercentage. Dit uitgangspunt blijkt gezien de actuele ontwikkeling van kosten, onze eigen ambities en de klimaatopgave die er ligt niet langer houdbaar.

Zo gaan we dat doen

Toelichting en tabellen paragraaf A. Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Toelichting en tabellen paragraaf A. Lokale heffingen

De gemeentelijke heffingen zijn na de algemene uitkering de grootste inkomstenbron van de gemeente. Met de heffingen genereren we in 2021 ongeveer 22% van de gemeentelijke inkomsten. In het onderstaande overzicht worden de inkomsten van de diverse gemeentelijke heffingen nader gespecificeerd.

Overzicht inkomsten uit heffingen 2021

 

Rekening 2020

Begroot na wijziging 2021

Begroting 2022

Procentuele
afwijking
begroting
2022-2021

Onroerende zaakbelasting (OZB)

11.652 12.103 12.565 3,8%

Afvalstoffenheffingen en reinigingsrecht

3.661 3.844 3.948 2,7%

Rioolheffing

4.164 4.164 4.164 0,0%

Toeristenbelasting

2.405 2.639 3.276 24,1%

Baatbelasting

2 3 3 0,0%

Reclamebelasting

90 87 87 0,0%

Precariobelasting

18 25 25 0,0%

Marktgelden

17 16 20 24,7%

Begraafplaatsrechten

15 18 15 -14,3%

Overige heffingen

2.390 2.738 2.595 -5,2%

Totaal inkomsten uit heffingen

24.413

25.636

26.698

 

 

 

 

 

 

Totaal inkomsten begroting/rekening

116.328

116.392

116.794

 

In de hogere opbrengsten van de OZB is rekening gehouden met een vaste indexering en de verwachte areaalontwikkeling. Met betrekking tot de afvalstoffenheffing en reinigingsrecht gaat de begroting vooralsnog uit van een stijging van de basisheffing met 1,5% (inflatiecorrectie) en is een toename van het aantal aansluitingen meegenomen in de cijfers. Ten aanzien van de verhoging van de opbrengsten uit de toeristenbelasting treft u een nadere toelichting aan in het hoofdstuk inzake de Toeristenbelasting.

Kostendekkendheid
Vanaf de begroting 2017 is iedere gemeente verplicht in de paragraaf lokale heffingen de kostendekkendheid van de tarieven die op basis van de Gemeentewet maximaal kostendekkend mogen zijn, inzichtelijk te maken.
Per heffing wordt in deze paragraaf dan ook op hoofdlijnen inzicht gegeven hoe bij de berekening van de tarieven van heffingen de geraamde baten de geraamde lasten niet overschrijden. Voor Horst aan de Maas gaat het hierbij om:

  • afvalstoffenheffing;
  • reinigingsrecht;
  • rioolheffing;
  • rioolaansluitrecht;
  • marktgelden;
  • lijkbezorgingsrechten;
  • leges.

Per heffing worden de directe kosten, overhead, BTW en opbrengsten weergegeven. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • Directe kosten zijn de kosten die direct aan een heffing kunnen worden toegerekend en ook als zodanig in de financiële administratie staan (bijvoorbeeld directe personeelslasten, rijksleges, geleverde diensten t.b.v. de heffing, kapitaallasten).
  • De overhead is op basis van de hierboven vermelde directe personeelslasten aan de heffing toegerekend.
  • De inkoop-BTW is als last meegenomen.
  • De opbrengsten zijn gebaseerd op de tarieven 2022 zoals die in de paragraaf genoemd worden.

In deze paragraaf wordt de kostendekkendhed per heffing op basis van deze toerekening van de overhead inzichtelijk gemaakt. De systematiek van toerekenen van de overhead via de personeelslasten betekent dat een relatief groter bedrag toegerekend wordt aan arbeidsintensieve taken. De rechtvaardiging hiervoor is dat de ondersteuning en de aansturing voornamelijk zijn gericht op de mensen die de taken uitvoeren.

Onroerende Zaak Belastingen (OZB)
De OZB wordt geheven van eigenaren en gebruikers van onroerende zaken. In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met een vaste indexering zoals deze reeds in de begroting is opgenomen.
Dit levert voor 2022 de volgende tarieven op:

OZB
Bedragen in hele euro's 2021 2022 Stijging 2022
t.o.v. 2021
Tarief Ozb-eigenaar woningen 0,1455% 0,1490% 2,4%
Tarief Ozb-eigenaar niet-woningen 0,2568% 0,2630% 2,4%
Tarief Ozb-gebruiker niet-woningen 0,2052% 0,2101% 2,4%
       
Gemiddelde aanslag woning (woz-waarde 2021 € 240.000,-) € 349,20 € 357,60 2,4%
Gemiddelde aanslag niet-woning / eigenaar en gebruiker (woz-waarde 2021 € 400.000,-) € 1.848,00 € 1.892,40 2,4%

De genoemde tarieven voor 2022 worden nog gecorrigeerd met de gemiddelde daling / stijging van de WOZ-waarden. Dit gebeurt bij het vaststellen van de verordening Onroerende zaakbelasting 2022 in december 2021. De waardeontwikkeling is dan bekend.

Reinigingsheffingen (afvalstoffenheffing)
De reinigingsheffingen bestaan uit de afvalstoffenheffing en de reinigingsrechten. De afvalstoffenheffing wordt geheven van huishoudens om de kosten te dekken voor het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Dit zijn niet alleen de kosten voor de wekelijkse afvalinzameling, maar ook kosten voor de inzameling van glas, oud papier, klein chemisch afval en dergelijke.

Reinigingsrechten worden geheven van bedrijven die gebruik maken van de gemeentelijke afval-inzameldienst. De tarieven voor de afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishoudens) en de reinigingsrechten zijn gelijk. Uitgangspunt is dat de reinigingsheffingen kostendekkend zijn.

Vooralsnog gaat de begroting uit van een stijging van de basisheffing met 1,5% (inflatiecorrectie) in 2022 en is een toename van het aantal aansluitingen meegenomen in de cijfers.
De afval- en recyclingmarkt is volop in beweging. Effecten daarvan voor ons beleid met betrekking tot inzameling en verwerking en nog ophanden zijnde aanbestedingen kunnen ook voor 2022 nog een doorwerking hebben. Deze effecten kunnen mogelijk opgevangen worden door de reserve afvalstoffenheffing. Zoals gebruikelijk verwerken wij e.e.a. in december 2021 in de verordening afvalstoffenheffing.

De verhoging van 1,5% geeft voor 2022 de onderstaande tarieven:

Reinigingsheffingen
Bedragen in hele euro's 2021 2022 Stijging 2022
t.o.v. 2021
Basisheffing per jaar meerpersoonshuishouden € 209,79 € 212,94 1,5%
Basisheffing per jaar éénpersoonshuishouden € 154,85 € 157,17 1,5%
Restafvalzak € 1,70 € 1,70 0,0%
       
Gemiddelde lasten (1) € 217,68 € 220,95 1,5%
Gemiddelde lasten meerpersoonshuishouden (1) € 233,55 € 237,05 1,5%
Gemiddelde lasten éénpersoonshuishouden (1) € 167,01 € 169,52 1,5%
(1) inclusief kosten voor restafvalzakken, Big Bags, etc.      

De gemiddelde lastendruk voor een gebruiker van een woning (meerpersoonshuishouden) in onze gemeente bedraagt in 2021 € 233,55. Het gemiddelde van alle Limburgse gemeenten ligt op € 271,48 (volgens de berekeningsmethodiek van de provincie). Dit is 14,0% (€ 37,93) lager dan het gemiddelde.

Bij het raadsvoorstel tot vaststellen van de verordening Reinigingsheffingen 2022, die in december 2021 in de gemeenteraad aan de orde komt, doen wij een definitief voorstel voor de tarieven 2022.

Rioolheffing
Sinds 1 januari 2008 is de wet Gemeentelijke Watertaken van kracht. Gemeenten kunnen maatregelen (voorzieningen) voor de verwerking van regenwater en overtollig grondwater bekostigen uit een zogenaamde verbrede rioolheffing. In Horst aan de Maas is de verbrede rioolheffing met ingang van 1 januari 2010 ingevoerd. Er wordt een vast bedrag per eigendom van de eigenaar geheven. De (verbrede) rioolheffing heeft het karakter van een bestemmingsheffing. Daarmee kunnen kosten worden verhaald om collectieve maatregelen te treffen voor een doelmatig werkende riolering en maatregelen ten aanzien van hemelwater en grondwater.

Het huidige gemeentelijke rioleringsplan (VGRP) is op 8 november 2016 vastgesteld door de gemeenteraad en heeft een looptijd van 2017-2021. Op basis van de actualisering van het kostendekkingsplan riolering (Actualisatie kostendekkingsplan Horst aan de Maas 2019, vastgesteld op 26 november 2019) is voor 2022 geen verhoging van de rioolheffing opgenomen.

Dit levert voor 2022 het volgende tarief op:

Rioolheffing      
Bedragen in hele euro's 202 2022 Stijging 2022
t.o.v. 2021
Vast tarief per eigendom € 217 € 217 0%

Het tarief van de rioolheffing van woningen en bedrijven in 2021 ligt in Horst aan de Maas ca. 0,7% hoger (€ 1,45) dan in de provincie.

Het nieuwe Gemeentelijk rioleringsplan komt op 23 november 2021 in de raad. Hierin is geen stijging van de rioolheffing voor 2022 opgenomen. De verwachting is dat vanaf 2023 een verhoging van de rioolheffing nodig is om de grote gevolgen van de klimaatverandering het hoofd te kunnen bieden.

Bij het raadsvoorstel tot vaststellen van de verordening Rioolheffing 2022, dat in december 2021 in de gemeenteraad aan de orde komt, doen wij een definitief voorstel voor de tarieven 2022.

Rioolaansluitrecht
Iedere gemeente is vrij in de manier waarop de kosten voor het realiseren van een aansluiting op de riolering worden verhaald. In onze gemeente worden de kosten verhaald via een rioolaansluitrecht.
Het rioolaansluitrecht is een eenmalige vergoeding van de eigenaar van een pand dat op de riolering wordt aangesloten.

Indexatie van de tarieven levert voor 2022 het volgende tarieven op:

Rioolaansluitrecht      
Type riolering
Bedragen in hele euro's
2021 2022 Stijging 2022
t.o.v. 2021
Drukriolering buitengebied € 4.555 € 4.623 1,5%
Vrijverval-riolering € 238 + € 174 per m1 perceelaansluitleiding € 242 + € 176 per m1 perceelaansluitleiding 1,5%

Grafiek kostendekkendheid rioolaansluitrecht

Toeristenbelasting/watertoeristenbelasting
Toeristenbelasting wordt geheven van degene die tegen een vergoeding gelegenheid geeft tot overnachten. De belasting wordt geheven voor alle overnachtingen van personen die niet in de gemeentelijke basisregistratie staan ingeschreven. Dit kunnen zowel toeristen als arbeidsmigranten zijn. De toeristenbelasting is een algemeen dekkingsmiddel. Dat betekent dat de gemeente vrij is in de besteding van de inkomsten.

Bij verblijf op/in ligplaatsen en watervilla’s wordt (water)toeristenbelasting geheven. Het verblijf op vaartuigen wordt geheven op basis van etmalen verblijf en niet op basis van overnachtingen.

Conform de kadernota zal het hoge tarief voor de toeristenbelasting 2022 niet worden gewijzigd t.o.v. 2021. Het lage tarief voor de toeristenbelasting 2022 wordt verhoogd van € 1,20 naar € 1,45 per overnachting. De tarieven voor vaste plaatsen en seizoenplaatsen worden in lijn hiermee aangepast.

Toeristenbelasting      
Bedragen in hele euro's 2021 2022 Stijging 2021
t.o.v. 2022
Laag tarief per persoon per overnachting (1) €1,20 1,45 20,8%
Vaste plaats, vast bedrag per jaar (1)* € 187,20 € 226,20 20,8%
Seizoensplaats/ arrangement per week (1)* € 4,80 € 5,80 20,8%
       
Hoog tarief per persoon per overnachting (2) € 1,55 € 1,55 0,0%
       
Watertoeristenbelasting per persoon per etmaal (3) € 1,55 € 1,55 0,0%
Vaste ligplaatsen voor een vaartuig, per jaar (3) € 241,80 € 241,80 0,0%
Seizoensligplaats voor een vaartuig, per week (3) € 6,20 € 6,20 0,0%

(1) mobiele kampeeronderkomens, stacaravans, groepsaccommodaties
(2) Hotel, pensions, vakantiewoningen
(3) Vaartuigen, watervilla's
* De forfaits voor landtoerisme zijn per 2021 aangepast in vaste tarieven.

Regionaal (Noord-Limburg) gezien is de toeristenbelasting in 2021 gemiddeld € 1,38 per overnachting. Het gewogen gemiddelde gezien is het tarief toeristenbelasting in Horst aan de Maas gelijk aan het regionale gemiddelde. Het hoge tarief in Horst aan de Maas ligt in 2020 2% (€ 0,04) boven het regionale gemiddelde en het lage tarief 4% (€ 0,05) onder het regionale gemiddelde.

Uit rondvraag is op te maken dat ook andere gemeenten de tarieven verhogen als gevolg van de inzet om het regionale actieprogramma vrijetijdseconomie mogelijk te maken of worden de (extra) opbrengsten ingezet als algemeen dekkingsmiddel.

Vermakelijkhedenretributie
De vermakelijkhedenretributie is in Horst aan de Maas per 2021 ingevoerd. Dit is een heffing voor het gebruik van, door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur getroffen wordt.

Het tarief € 0,10 per betalende bezoeker en/of deelnemer wordt voor 2022 niet gewijzigd. Vermakelijkheden met minder dan 10.000 bezoekers (ongewijzigd) worden niet in de heffing betrokken.

Bij de vermakelijkhedenretributie geldt geen maximaal 100% kostendekkendheidsvoorschrift, zoals bij de rechten en leges. Een vermakelijkheid moet profiteren van een gemeentelijke voorziening die voor de gemeente lasten met zich meebrengt. De gemeente hoeft echter niet aan te tonen welk bedrag van de met de voorziening gemoeide lasten is toe te rekenen aan de vermakelijkheid. De gemeente hoeft ook niet aan te tonen dat geen winst wordt gemaakt.

Baatbelasting
Baatbelasting wordt geheven om de kosten van door de gemeente aangelegde voorzieningen in de openbare ruimte te dekken. De particuliere eigendommen die gebaat zijn, worden in de heffing van de baatbelasting meegenomen. Er wordt in 2022 nog één baatbelasting geheven. Dat is de baatbelasting voor de riolering aan de Kreuzelweg. Deze loopt nog tot 2023. Bij het vaststellen van de verordening Baatbelasting Kreuzelweg heeft de gemeenteraad bepaald dat deze niet jaarlijks met een inflatiecorrectie geïndexeerd wordt.

Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

Met toepassing van een inflatiecorrectie van 1,5% geeft dit voor 2022 de volgende tarieven:

Precariobelasting terrassen      
Bedragen in hele euro's 2021 2022 Stijging 2021
t.o.v. 2022
Terrassen binnen de bebouwde kom van Horst of Sevenum per m2 per jaar. € 9,85  10,00 1,5%
Overige terrassen per m2 per jaar € 6,55 € 6,65 1,5%

Marktgelden
Marktgelden worden geheven voor het innemen van een standplaats tijdens de weekmarkt. In Meerlo, Swolgen en Tienray zijn geen marktdagen en is de heffing van marktgelden niet aan de orde.
De promotiegelden die door de marktlieden in het centrum van Horst worden betaald, zijn vanaf 2011 in de heffing van de marktgelden meegenomen.
De promotiegelden worden doorbetaald aan de stichting Centrummanagement Horst aan de Maas. Die betaalt hiermee collectieve activiteiten t.b.v. het promoten van het centrum.

Met toepassing van een inflatiecorrectie van 1,5% geeft dit voor 2022 de volgende tarieven:

Marktgelden      
Bedragen in hele euro's 2021 2022 Stijging 2021
t.o.v. 2022
Voor het innemen van een standplaats per dag € 11,60  11,75 1,3%
Voor het innemen van een vaste standplaats per kwartaal-      
- per strekkende meter € 18,70 € 19,00 1,6%
- vast bedrag (promotiegelden alleen in Horst) € 23,40 € 23,75 1,5%

Door afrondingen stijgen de bedragen tussen 1,3% en 1,6%.

Reclamebelasting
Reclamebelasting wordt geheven voor openbare aankondigingen (reclameobjecten) in het centrum van Horst, die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg. Deze heffing is in 2008 ingevoerd op verzoek van de ondernemers van het centrum van Horst. De opbrengst van de reclamebelasting wordt, onder inhouding van € 5.000, doorbetaald aan de stichting Centrummanagement Horst aan de Maas. Die betaalt hiermee collectieve activiteiten voor het promoten van het centrum van Horst.

De hoogte van het tarief is sinds 2015 afhankelijk van de ligging en de WOZ-waarde van de vestiging en niet meer van de grootte van de reclameborden zoals dat in 2014 en voorgaande jaren gold.

Met toepassing van een inflatiecorrectie van 1,5% geeft dit voor 2022 de volgende tarieven:

Reclamebelasting centrum Horst      
Bedragen in hele euro's 2021 2022 Stijging 2021
t.o.v. 2022
Zone A (woz-waarde kleiner dan of gelijk aan € 150.000) € 544  552 1,5%
Zone A (woz-waarde range € 151.000 t/m € 291.000) € 544 + € 3,26 per € 1.000
woz-waarde 2020 boven de € 150.000
€ 552 + € 3,31 per € 1.000
woz-waarde 2021 boven de € 150.000
 
Zone A (woz-waarde groter dan of gelijk aan € 292.000) € 1.006 € 1.021 1,5%
Zone B € 544 € 552 1,5%
* Voor de Reclamebelasting 2022 wordt de woz-waarde 2021 (waardepeildatum 1-1-2020) gehanteerd.
* Voor de Reclamebelasting 2021 wordt de woz-waarde 2020 (waardepeildatum 1-1-2019) gehanteerd.
* Bij woon-/ bedrijfspanden wordt alleen de woz-waarde over het bedrijfsgedeelte meegenomen.

Lijkbezorgingsrechten
Lijkbezorgingsrechten zijn vergoedingen voor diverse diensten die de gemeente verricht in het kader van de lijkbezorging. De hoogte van de lijkbezorgingsrechten wordt in overleg met het kerkbestuur vastgesteld. Eventuele wijzigingen komen in december 2021 bij het vaststellen van de belastingtarieven 2022 aan de orde.

Grafiek kostendekkendheid lijkbezorgingsrechten

Leges
Met het heffen van leges dekt de gemeente de kosten voor het leveren van bepaalde diensten. De tarieven zijn gebaseerd op maximale kostendekkendheid.
De te indexeren tarieven 2022 worden met andere wijzigingen in december 2021 aan de gemeenteraad voorgelegd.

De kostendekkendheid van de leges 2022 wordt hieronder per titel van de legesverordening inzichtelijk gemaakt:

  • Titel 1: Algemene dienstverlening zoals o.a. huwelijksvoltrekkingen/partnerschapsregistratie, inlichtingen uit de basisregistratie personen (BRP), reisdocumenten en rijbewijzen;
  • Titel 2: Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunningen;
  • Titel 3: Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn. Onder de laatstgenoemde titel vallen o.a. aanvragen in het kader van de drank- en horecawet en kinderopvang.

Bij het raadsvoorstel tot vaststellen van diverse belastingverordeningen 2022, dat in december 2021 in de gemeenteraad aan de orde komt, doen wij een definitief voorstel voor de tarieven 2022.

Leges omgevingsvergunningen
In deze meerjarenbegroting is voor de komende jaarschijven voor ruim € 2 miljoen aan leges omgevingsvergunningen opgenomen. Deze geraamde bedragen kunnen in de komende planperiode onder druk komen te staan vanwege de invoering van de omgevingswet en veranderende wet- en regelgeving. Er zal nader onderzoek uitgevoerd worden naar de financiële gevolgen en hierop zal tijdig geanticipeerd worden.

Grafiek kostendekkendheid leges titel 1

Grafiek kostendekkendheid leges titel 3

Kwijtschelding
Inwoners kunnen voor de gecombineerde aanslag gemeentelijke heffingen een verzoek tot kwijtschelding indienen. Of iemand voor kwijtschelding in aanmerking komt, hangt af van een aantal factoren. Aan de hand van de financiële situatie beoordelen we of iemand voor kwijtschelding in aanmerking komt. Hiervoor gebruiken we de vastgestelde Leidraad Invordering Gemeentelijke belastingen als basis. Stichting Inlichtingenbureau toetst maandelijks de verkorte kwijtscheldingsaanvragen. Alleen in complexere gevallen, bij uitval of bij afwijkingen omtrent inkomen of vermogen (onder andere eigen woning) beoordelen medewerkers van de gemeente de aanvragen. De verwachting is dat in 2022 ongeveer 85% van het totaal aantal aanvragen automatisch kan worden afgehandeld.

Het is mogelijk dat zelfstandige ondernemers (eenmanszaak) die een inkomen rond het bestaansminimum hebben ook voor kwijtschelding van hun privé-belastingen in aanmerking komen. Deze zelfstandige ondernemers toetsen we buiten de toets op hun ondernemingsvermogen, op dezelfde wijze (voor dezelfde vermogensbestanddelen) als particulieren.

Afgelopen jaren is gebleken dat maar enkele of geen ondernemers een beroep doen op de kwijtscheldingsregeling. Hier hebben we bij de berekening van het benodigde bedrag wel rekening mee gehouden. De verwachting is echter dat dit in de toekomst niet zal wijzigen en het totaal benodigd kwijtscheldingsbudget hoeft daarom niet te worden aangepast.
Kwijtschelding is mogelijk voor de volgende heffingen:

  • OZB
  • Rioolheffing
  • Afvalstoffenheffing